Zou je de volgende keer iets anders aanpakken?
‘Bij dit project waren best veel mensen betrokken in de productie, met allemaal een eigen mening. Ik zou de volgende keer selectiever zijn met alle feedback en suggesties die ik krijg, zodat mijn creatieve intenties duidelijker blijven.
Wat heb je geleerd van het maakproces?
‘Er is een groot verschil tussen films die je maakt voor filmfestivals, of films die je maakt voor de tv. Ik maak mijn films snel over-gecompliceerd en ik moest er nu erg op letten om het simpel te houden. Bij filmfestivalfilms zoeken voorbereide filmliefhebbers naar mooie en opvallende films, terwijl een tv-documentaire toegankelijk moet zijn voor meer mensen.
Marieke Widlak, regisseur van de Teledoc Campus-film ‘Centen van Knegstel’ zag jouw docu en heeft een doorgeefvraag: ‘Hoe integreerde je de voice-over in de film? Maakte je die eerst en filmde je Emmen daarna? Of andersom?’
‘Ik schreef eerst de voice-over, vervolgens zocht ik naar bijpassende beelden. Ik weet niet of dat een slimme keuze was, omdat ik daardoor goed moest zoeken naar beelden die aansloten bij mijn voice-over. Daardoor kon ik me minder goed laten verrassen door de dingen die we tijdens het filmen tegenkwamen. Ook was het een gevaar om de voice-over letterlijk te vertalen in film. Als ik het proces van de voice-over en de draaidagen meer had geïntegreerd, had ik het voor mezelf denk ik makkelijker gemaakt.’
Waar ben je nu mee bezig?
‘Ik werk nu aan een kunstfilm over stadsdesign. Ik ga met kunstenaar Femke Janssen Melief op zoek naar de laatste onontwikkelde delen van Amsterdam, met als vraag of de snel ontwikkelende stad nu de goede kant op groeit, of juist niet.’