Uit Claudia de Breij: Hier zijn wij blijkt wel wat voor een natuurkracht Heintje Davids (1888) was. Ze was een getalenteerd zangeres, actrice en cabaretier en deed dit alles tegen de mening van haar familie in. ‘Het was zelfs zo dat ze anderhalve maand na het eindigen van de Tweede Wereldoorlog alweer op het podium stond’, zegt historicus Rob Snijders (1959).
Wie was Heintje Davids precies en wat was haar plek in de Joodse gemeenschap? Deze vragen legt 2Doc.nl historicus Rob Snijders voor. Hij is de oprichter van de websites joodsamsterdam.nl en joodsergoedrotterdam.nl. Hier schrijft Snijders over de vooroorlogse Joodse gemeenschappen in beide steden.
Rotterdam
‘Ondanks dat Heintje Davids, Hendrika David met haar eigen naam, vaak sprak met een Amsterdams accent, is ze geboren en getogen in Rotterdam. Ze was onderdeel van een variétégezin. Haar ouders traden op in rondreizende circussen, kermissen en tingel-tangels. Veel Joden hadden dit soort werk voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De theater- en entertainmentwereld bestond voor een groot deel uit Joden. Dit was nog een effect uit de tijd dat er een gildesysteem was waarin bepaalde beroepen verboden waren voor Joden. Hoewel dit systeem eind 18e eeuw werd ontbonden, bleven veel families generatie op generatie in dezelfde banen werkzaam. Zo ook Heintje Davids en haar broers en zussen. Ze groeiden op in de Zandstraatbuurt in Rotterdam dat zich kenmerkte door drie dingen: penoze, prostitutie en armoede. Joden waren doorgaans niet werkzaam in de misdaad of prostitutie maar gingen er wonen voor de goedkope huurprijzen. Het was de meest Joodse buurt die Rotterdam gekend heeft. Vanaf 1914 werd de buurt stukje bij beetje afgebroken voor het huidige stadhuis en is het restant van de buurt bij het bombardement van 14 mei 1940 helemaal platgebombardeerd.
Je ziet ook wel dat veel mensen zich probeerden te ontworstelen aan de Zandbuurtstraat. Zo’n twintig bekende Nederlands-Joodse artiesten van die tijd komen daarvandaan; waaronder Heintje Davids en haar bewierookte broer Louis Davids. Met hun talent konden ze boven hun status uitstijgen. Veel van hen trokken naar Amsterdam omdat de theaterwereld daar groter was, mede doordat er meer rijke mensen in Amsterdam woonden. Rotterdam was en is nog altijd een arbeidersstad. Wel liep Rotterdam ver voor op Amsterdam qua film. De Oost-Europese, Joodse immigrant Abraham Tuschinski begon daar met het opzetten van zijn bioscopen.’
Tekst gaat verder na afbeelding