Verloskundige Sylvia von Kospoth merkt dat er de laatste tijd steeds meer vrouwen zich aanmelden die officieel worden aangemerkt als ‘kwetsbare zwangeren’. In haar praktijk zijn het vooral vrouwen die in aanraking zijn geweest met jeugdzorg, of zwangeren waarbij zelfs oudere kinderen al uit huis zijn geplaatst op advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Als gevolg daarvan koesteren ze een groot wantrouwen tegenover overheidsinstanties en zorgverleners. En ook niet onterecht: bij sommigen wordt elke nieuwe baby weer uit huisgeplaatst op een manier die vaak traumatisch is voor de ouders.
Nu de vrouwen opnieuw zwanger zijn ziet Sylvia hoe zij zich met veel moeite aan hun verleden hebben ontworsteld. Ze hebben bijvoorbeeld een nieuwe stabielere relatie opgebouwd en betere huisvesting gevonden. Ze hebben hun leven weer op de rails en zijn vol hoop hun eerder uit huis geplaatste kinderen weer thuis te kunnen verwelkomen. Volgens het beroepsprotocol wordt verwacht dat Sylvia zo'n nieuwe zwangerschap meldt bij Veilig Thuis of gemeentelijke instellingen, zodat een risico-inschatting gemaakt kan worden voor het ongeboren kind. Maar hoe houd je je aan de protocollen als het idee hebt dat Veilig Thuis en Jeugdzorg onzorgvuldig met deze informatie omgaat? Hoe kan ze in zo’n situatie het belang van moeder en kind voorop stellen als deze moeders niet alleen blijdschap, maar ook grote stress en angst ervaren of ze dit kind wel zullen mogen houden?
Regie: Jorien van Nes
Omroep: KRO-NCRV