Veel musea zijn gebouwd met winst onttrokken aan plantages gedurende de koloniale tijd. Wanneer kunstenaar en filmmaker Renzo Martens (1973) voor de vertoning van zijn film Enjoy Poverty (2008) door het Londense museum Tate Modern wordt uitgenodigd, ziet hij overal Unilever-logo's. Hierdoor ontstaat zijn interesse in de relatie tussen kunst en kapitaal.
In White Cube onderzoekt hij hoe veel wereldberoemde musea gebouwd zijn met winsten geworven uit plantages. Martens reist in 2011 af naar een voormalige Unilever plantage in Congo, waar sinds 1911 op grote schaal palmolie wordt verbouwd. Hier ontmoet hij de arbeiders die onder erbarmelijke omstandigheden en tegen lage lonen werken op het land dat van hen gestolen is. Door middel van een kunstproject, hoopt Martens lokale kunst te produceren en daarmee geld te genereren voor de plantage.
Met klei uit de rivier boetseren de plantagearbeiders beelden. Vervolgens worden deze sculpturen met behulp van 3D-technologie gereproduceerd, maar dan van chocola. Een product dat wordt gemaakt met cacao en palmolie uit Congo. Met de opbrengsten van het kunstproject kunnen de arbeiders hun land terugkopen en een eigen plantage beginnen. Om kapitaal aan te trekken bouwen ze ook een museum, een white cube, midden op een Congolese palmolieplantage.
Regie: Renzo Martens
Producent: Pieter van Huijstee Film & TV
Omroep: VPRO