De kinderen dromen ervan om later, net als hun vaders en grootvaders, boer te worden. Terwijl de jaargetijden komen en gaan wordt er gezaaid en geoogst en worden er dieren geboren en naar de slacht gebracht.

Omdat deze poëtische documentaire het perspectief van de kinderen verbeeldt, krijgen we een hele andere kant van het boerenleven te zien. De kinderen zijn stuk voor stuk verschillend: Koen praat liever met dieren dan met mensen, Sven en Daan zijn vooral geïnteresseerd in stoere machine's en Jeanine houdt zich liever bezig met make-up. Daarnaast hebben ze ook allemaal zo hun eigen verlangens, mijmeringen en verdriet.

In de film lijkt het boerenleven de ideale wereld voor de kinderen. Ze dartelen over de weides en rennen door de maisvelden. Ze rijden mee op tractoren en knuffelen met dieren. Maar het beeld kantelt wanneer ook het slachten in beeld komt en als de kinderen zich er van bewust worden dat als ze straks volwassen zijn de boerderij zullen moeten overnemen. Gelukkig hebben ze nu nog de tijd om te klieren, rennen, zwemmen en jong te zijn.

Regie: Janet van den Brand