Mulisch' werkkamer in Amsterdam is sinds zijn overlijden onaangeroerd gebleven. Daar schreef hij de klassiekers als ‘Het Stenen Bruidsbed’, ‘Twee vrouwen’, ‘De Aanslag’ en ‘De Ontdekking van de Hemel’. Inmiddels is het haast een museum, of, zoals Adriaan van Dis het noemt, een mausoleum. Zijn bril netjes op het bureau, zijn vulpen in de aanslag om het volgende meesterwerk te schrijven.
Bepaalde zinsneden en aanblikken van Mulisch zijn ons al zeer vertrouwd. Hij vertelde openlijk over zijn persoonlijk leven en boeken. Toch blijft de man raadselachtig. Hoe was hij als vader en echtgenoot? Waarom had hij zoveel sympathie voor Fidel Castro en is het waar dat hij meer van teckels hield dan van mensen?
Regie: Coen Verbraak