Hoe was het om hem te filmen? Wat viel je op?
‘Hij weet dondersgoed wanneer de camera aangaat. Dan lijkt het wel alsof hij een standje opzet. ‘Oké, wat willen jullie? Dat ik flink tekeerga? Dan kan je dat krijgen. Het is een vrij grillige man, dus soms had hij geen zin of was hij chagrijnig. Maar als hij langskwam, dan gebeurde er wat. Dat blijf ik bijzonder vinden.
Ik ben vooral jaloers op zijn wil om te leven, zijn levensdrang. ‘Drie jaar geleden’, zei hij, ‘ben ik nog gaan windgliden. We sprongen van een berg en zweefden boven het dal’. Mijn bek viel open. Ik ben de 60 gepasseerd, toch zou ik wel twee keer nadenken voor ik zoiets zou doen. Hij is bijna 90, hé. En als je ziet hoe hij in het repetitielokaal tekeergaat, dan kan ik alleen maar diep jaloers zijn.’
Ben je nieuwe dingen over hem te weten gekomen?
‘Niet per se. Ik wilde er vooral achter komen wat een ballet van Hans van Manen uniek maakt. Dat had ik je van tevoren kunnen vertellen, maar nu ik het nogmaals gezien heb, weet ik het zeker. Toen ik de opname van Sarcasmen van veertig jaar geleden naast de nieuwe uitvoering hield, bleek dat er toch interessante verschillen te zien waren. Hans van Manen denk toch steeds opnieuw: dit is beter of sterker. Hij kijkt erg naar de uitstraling van de danser en naar de chemie tussen twee dansers. De invulling die je als persoon zelf meeneemt. Daar reageert hij op.’
Tekst gaat verder onder afbeelding