Hoe heb je dit abstracte thema, van een doorgegeven trauma, visueel gemaakt?
‘Vivien zei dat het voor haar nog steeds voelt alsof ze ondergedoken zit. Dus ik sprak met de productiedesigner, of we het gevoel van ondergedoken zitten konden visualiseren door middel van een plek. Toen kwam het idee om een onderduikkamer na te bouwen en dat is ook waar ze hun verhaal doen. Als het ware zitten al die generaties in dezelfde onderduikkamer, eigenlijk in dat trauma.’
Iedereen behalve de vader van Vivien…
‘Dat hebben we niet verteld in de film, maar de vader van Vivien is naar Amerika verhuisd en heeft daar een nieuw leven opgebouwd. Daarom hebben we hem als het ware in de muren geprojecteerd. Hij zit namelijk zo dicht bij dat trauma, dat we hem op deze manier onderdeel van de ruimte hebben gemaakt. Maar de keuze daarvoor was natuurlijk ook praktisch, omdat hij in Amerika zit.’
We zien een openhartig gesprek tussen Vivien en haar vader, maar niet tussen Vivien en Boaz. Waarom niet?
‘Dat zou ik ook nog heel mooi vinden, misschien voor een langere versie. Vivien en Boaz hebben namelijk al best veel gesprekken gehad over dit onderwerp. Voor mij ging de film juist over wat er gebeurt als je niet praat en je de pijn wegduwt. Ik wilde laten zien dat als je gaat praten, dat je kan verwerken. Vivien en haar vader hadden nog nooit een echt gesprek gehad hierover, in ieder geval niet met deze directe vragen. Ik wilde echt kijken of er dan een verwerkingsproces plaats zou vinden. Vivien en Boaz zijn best open hierover, maar tegelijkertijd denk ik nu: ‘Oh jammer, dat was misschien toch wel heel mooi geweest.’’
Hoe reageerden Vivien en Boaz op de film?
‘Toen we de film voor het eerst gingen kijken in de montagekamer, was het gesprek dat daaruit voortkwam erg mooi: hoe ze elkaar echt zagen in dat trauma. Vivien was ook wel verrast door de dingen die Boaz zei. Aan het einde zegt hij bijvoorbeeld dat hij het rechtvaardig vindt om het trauma bij zich te dragen voor al die mensen die wel dood zijn gegaan. Dat was wel schokkend voor Vivien, ze had niet verwacht dat hij dat zo ziet. Er zijn inmiddels best veel mensen naar me toegekomen die zeiden: ‘Ik ga deze film ook aan mijn ouders laten zien.’ Of: ‘Ik ben benieuwd hoe dit bij mijn ouders zit.’ En ook veel Joodse mensen die zich in de film herkennen. Ik vond dat echt heel bijzonder. In families waar er nooit over gesproken is, dat daar gesprekken op gang komen. Uiteindelijk is dat wel waar ik de film voor gemaakt heb.’