'Simon kijkt uit naar zijn pensioen. Maar als hij stopt, kunnen zijn werknemers zeker niet bij zijn buurman terecht'
In gesprek met regisseur Sterre Slikkerveer
Tekst: Abel Vos
In Man in de kas volgt de vers afgestudeerde Sterre Slikkerveer bloemenkweker Simon Zwarts, die aftelt tot zijn pensioen kan beginnen. Hoe gaat het nu met hem? 2Doc.nl sprak de maker. ‘Hij gooit per 1 november gedwongen de handdoek in de ring.’
Hoe kwam je hoofdpersonage Simon tegen?
‘Ik zoek altijd naar een arena waarin ik me kan onderdompelen. Toen ik op tv een fragment zag over bloemkwekers werd ik geraakt door de vergankelijkheid: bloemen zet je op tafel en gooi je een week later weer weg. Ik zocht vervolgens naar een bloemkweker die ook afscheid neemt, maar dan van het vak.’
De buurman van Simon kweekt ook bloemen. Maar hij wilde niet stoppen met zijn vak, zie je in de film.
‘Toen ik op bezoek was bij zijn buurman, realiseerde ik me dat hier iets aan de hand was. Hoofdpersoon Simon zit niet helemaal op zijn plek en wil de boel verkopen. Tegelijkertijd geeft hij veel om zijn personeel. Zijn buurman heeft daarentegen een duidelijk toekomstplan, maar wil het liefst zo veel mogelijk werknemers ontslaan in verband met hoge arbeidskosten. Dit contrast vind ik schrijvend om te zien. Simon kijkt uit naar de toekomst, naar zijn pensioen. Maar als hij stopt, kunnen zijn werknemers zeker niet bij zijn buurman terecht. Voor hun is de toekomst niet iets om naar uit te kijken.
Hoe gaat het nu met Simon?
‘Hij heeft enorm veel last van de dure gasprijs op dit moment. Daarom gooit hij per 1 november gedwongen de handdoek in de ring. Hoe dit verder afloopt weet ik nog niet, ik ga binnenkort bij hem langs. Hierin kom ik als filmmaker toch weer terecht in de echte wereld. Ik maak mijn film, maar life goes on.’
Wat heb je geleerd van dit maakproces?
‘Voor mijn derdejaarsfilm As in het gras begon ik met de interviewstijl die ik nu ook toepas: statische shots waarbij ik van een afstandje de hoofdpersonen ondervraag. Bij mijn vorige film was ik nog een beetje voorzichtig met die interviewstijl, omdat ik te horen kreeg dat het te afstandelijk was. Nu dacht ik: geen compromissen meer, we doen het gewoon op mijn manier. Daardoor was het wel spannend of de emoties wel overkwamen, ook omdat mijn vragen erg feitelijk waren. Ik heb me wel verkeken op de hoeveelheid informatie die in een persoon zit. Ik had nog zo veel meer in deze film willen stoppen. In de montage heb ik van veel darlings afscheid moeten nemen.’
Michiel van Erp gebruikte in zijn eerdere films ook dit soort afstandshots. Hij heeft je begeleid bij dit filmproces. Wat heb je van hem geleerd?
‘Ik heb er vooral uitgehaald hoe je gekke situaties kan combineren met een interview. Neem bijvoorbeeld de scène waarin de buurman spreekt over de technologische ontwikkelingen, terwijl er nét een volautomatisch karretje voor hem langsrijdt. Door deze manier van interviewen drukte ik wel mijn blik op mensen. Bij de vertoning zat ik met geknepen billen: zullen de hoofdpersonen zichzelf wel herkennen? Het was een uitdaging om hier een balans te vinden.’