Met deze week de volgende documentaires: 'Kader Abdolah - Ouder worden is prachtig' van Fabrizio Polpettini, 'Nomade in niemandsland' van Hester Jonkhout, 'Vodu' van Eva van Weeghel, 'Nomadenland' van Tom Tieman, de eerste twee afleveringen van de serie 'Sexotisch' van Kelly-Qian van Binsbergen, de afleveringen van 'Inside IDFA', 'Gokkers' van Wieke Kapteijns en 'My Name is Alfred Hitchcock' van Mark Cousins.
Kader Abdolah - Ouder worden is prachtig (56 min.)
Zes jaar na zijn aankomst in Nederland debuteerde de Iraanse schrijver Kader Abdolah, gevlucht voor het schrikbewind van de ayatollahs in eigen land, in Nederland met De Adelaars (1993). In zijn nieuwe taal. Ruim dertig jaar later leert hij zijn kleinkinderen Perzisch. Omdat die taal niet verloren mag gaan. Verder spreekt Abdolah een mengelmoes van Nederlands, Engels en zijn moedertaal met hen.
In welke taal hij ook spreekt, om woorden zit Kader Abdolah ogenschijnlijk nooit verlegen. Misschien wel omdat zijn vader dat juist wel zat. Die was doofstom. En dat was volgens zijn zoon de reden dat zijn eerste geliefde, een meisje uit Isfahan, niet met hem wilde trouwen. Om zijn verdriet te vergeten vertrok Abdolah naar Koerdistan. Daar schreef hij zijn eerste boek. In verband met zijn veiligheid moest dit wel onder pseudoniem worden uitgegeven. Seyed Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani vernoemde zichzelf naar twee vrienden die waren geëxecuteerd: Kader en Abdolah.
Het portret Kader Abdolah - Ouder worden is prachtig (56 min.) van regisseur Fabrizio Polpettini richt zich in eerste instantie op ‘s mans jonge jaren in Iran, voordat Abdolah als politieke vluchteling, via Turkije, in Nederland terechtkomt. Daar moet hij een geheel nieuwe taal leren. In een land dat hem in eerste instantie volledig vreemd is. ‘Ze proberen een Nederlander van je te maken’, zegt hij, bedachtzaam formulerend. ‘Dat is mooi, maar dat gebeurt nooit.’ Als nieuwkomer heeft Abdolah niettemin van Nederland leren houden, zegt hij. ‘Maar… Ik aanvaard ’t en verander ‘t. Op mijn eigen manier.’
De schrijver is in deze documentaire soms lang van stof, maar heeft wel wat te vertellen. Zijn verhalen worden door Polpettini aangezet met nieuwsreportages uit zijn moederland en ingekleurd met fraaie fragmenten uit Iraanse films. Abdolah wordt bovendien bijgestaan door zijn vrouw, de vertaalster Soheila Sanati. Zij leerden elkaar kennen bij studentenprotesten in Teheran. Drie maanden later waren ze getrouwd. Als partner van een schrijver moet je volgens Soheila wel onafhankelijk zijn en een groot hart hebben. Want je weet dat je nooit meer dan zijn tweede liefde wordt.
Hij schrijft om te vergeten, stelt Kader Abdolah in deze film die de kern van zijn persoonlijkheid en schrijverschap probeert te raken. Welke taal hij daarvoor ook gebruikt. ‘Om in dezelfde situatie te komen als mijn moeder.’ Want die is op haar oude dag een groot deel van het verleden kwijtgeraakt, inclusief alle pijn. ‘Alles is weg’, constateert haar zoon bijna blij. Dat wil hij zelf ook wel.
Nomade in niemandsland (57 min.)
Een leven lang heeft hij gecreëerd en verzameld. Van zijn huis een zeer persoonlijk museum gemaakt. En dan, als de gebreken van de oude dag komen, moet de hele boel ontmanteld worden en moet hij afscheid nemen van wie 'ie was. Voor ‘homo universalis’ Felix de Rooy vormt een herseninfarct de aanleiding om afstand te doen van de kunstwerken en objecten in z’n huis te Amsterdam. The Black Archives ontfermt zich bijvoorbeeld over zijn Negrophilia-collectie. En het Stedelijk Museum organiseerde in 2023 een speciale tentoonstelling: Felix de Rooy – Apocalypse.
‘Felix is voor ons een soort van supervoorbeeld’, vertelt Hoofd Onderzoek Charl Landvreugd van het Stedelijk Museum Amsterdam in Nomade in niemandsland (57 min.). Als zwarte filmmaker, beeldend kunstenaar en theatermaker zette De Rooy – geboren op Curaçao en via Mexico, Suriname en New York in Nederland beland – volgens hem in de afgelopen vijftig jaar onderwerpen op de kaart waar ons land eigenlijk helemaal niet klaar voor was en die nu, gezien bijvoorbeeld de Black Lives Matter-protesten en de aandacht voor de vaderlandse slavernijgeschiedenis, actueler zijn dan ooit.
Deze weelderige documentaire van Hester Jonkhout valt direct met de deur in huis met een danssequentie van Justin Brown, waarbij een pronte, door acteur Steven Hooi ingesproken voice-over klinkt: ‘Als erfgenaam van het koloniaal orgasme, als buitenechtelijke bastaard geschrapt uit het Europese testament ontsnap ik aan de gevangenis van genetische en historische identiteit’, stelt De Rooy daarin. ‘Gevlucht naar het mythische land van ‘la rasse mélange’, het niemandsland van het vuilnisbakkenras. Het dolende ras, geboren uit conflict en confrontatie.’
Met hulp van intimi zoals zijn zus Marguerite de Rooy, psychiater Glenn Helberg, producent Barbara Martijn, actrice Helen Kamperveen, kunstenaar Floris Guntelaar, ontwerper René Wissink, theatermaker Maarten van Hinte, cameraman Ernest Dickerson en De Rooys voormalige (film)partner Norman de Palm exploreert Jonkhout vervolgens het gehele terrein dat haar hoofdpersoon in zijn werk heeft bestreken. In de tentoonstelling Wit Over Zwart boog hij zich bijvoorbeeld al in 1989 over zwarte stereotypen in (strip)boeken, speelgoed en reclame.
Mensen zoals hij – zwart, queer en dwars – hebben nu eenmaal een breder perspectief dan vertegenwoordigers van de witte Nederlandse monocultuur en kunnen andermans eurocentrische gedachten omkeren, is de gedachte. Zo maakte De Rooy eens een schilderij van een zwarte Jezus, met een enorme erectie en een regenboog erachter. ‘Zo queer als maar zijn kan’, constateert Charl Landvreugd van het Stedelijk Museum daarover. En een treffend voorbeeld van waarom witte opiniemakers in de afgelopen halve eeuw soms een tandje bij moesten zetten om De Rooy te kunnen bijbenen.
Dit kleurrijke portret, op smaak gebracht met een smeuïge soundtrack, doet de Caribische kunstenaar, die op het Nederlands Film Festival van 2024 nog werd geëerd met het Gouden Kalf voor de Filmcultuur, meer dan recht. Als een essentiële wegbereider voor een nieuw Nederland en inclusieve kunst.
Vodu (30 min.)
Met enige goede wil kun je er een klassiek held(inn)enverhaal in zien: de uitverkorene probeert de lokroep van haar lot telkenmale te weerstaan. Ze kruipt ervoor weg, probeert de signalen te negeren en begint die uiteindelijk zelfs actief te bevechten. Tevergeefs, natuurlijk. De beelden blijven komen, totdat ze er echt niet meer aan kan ontkomen en ten einde raad dat lot maar omarmt.
In de sfeervolle korte docu Vodu (30 min.) van Eva van Weeghel vertelt Dzifa Kusenuh dat ze in haar dromen soms bijna wordt gedwongen om in de toekomst te kijken. Het zijn lang niet altijd fijne beelden. Zo kreeg de jonge Ghanees-Nederlandse actrice eens een unheimisch visioen over een meisje op het Amsterdamse station Sloterdijk. En daarmee liep het later, inderdaad, niet goed af.
Zulke gebeurtenissen boezemen haar angst in. Ze doen haar ook denken aan haar vader Atsu. Hij staat voortdurend in contact met hun voorouders. Dzifa besluit om samen met hem af te reizen naar Ghana. Zij wil de Vodu-cultuur die Atsu aanhangt beter leren kennen. Via dromen lijkt die ook al nadrukkelijk naar haar te lonken. Zonder dat ze er echt vat op krijgt of eraan durft toe te geven.
Wat heeft ze van haar voorouders te verwachten? Dzifa is bang dat ze niets van haar moeten hebben. En wat nu als ze die connectie wél krijgt? vraagt ze zich hardop af, in een dagboekachtige voice-over. Dat ze net als haar vader met hen gaat communiceren en dat zij dan in haar dromen gaan terugpraten? Wil ze die beerput werkelijk openmaken, op het gevaar af dat 'ie nooit meer dichtgaat?
Gaandeweg raakt ze in haar vaderland echter steeds meer vertrouwd met de fysieke en spirituele wereld van haar vader, waarvan zijzelf onmiskenbaar ook een onderdeel is. Van Weeghel kijkt mee tijdens dit intieme proces van het aan zichzelf twijfelende kind en de vader, die haar liefdevol aanspoort om haar lot te omarmen en te vertrouwen op zichzelf – en op hem en haar voorvaderen.
Met behulp van enkele vaste gebruiken wordt Dzifa Kusenuh klaargestoomd om de rol te aanvaarden die altijd al voor haar was weggelegd. ‘Ik heb jou vandaag geblessed', zegt Atsu plechtig tegen z’n dochter tijdens een soort doop- en reinigingsritueel. ‘Ik heb jou gecleansed vandaag. En je kan altijd bij de goden komen. Dit is wat ik je wilde geven. En het is het laatste. Jij moet zelf verder gaan.’
Nomadenland (15 min.)
Na Jessica Bruders boek Nomadland (2017), de gelijknamige Oscar-winnende film van enkele jaren later en de recente documentaire Nomad Solitude (2023) van de Belgische filmmaker Sebastien Wielemans is er nu een Nederlandse docu over mensen die vanuit hun auto, bus of camper leven.
Op een parkeerplaats in het Groningse Kardinge maakt Tom Tieman in de korte film Nomadenland (15 min.) een rondje langs enkele Nederlanders die daar zijn neergestreken met hun mobiele huis. Zij hebben, al dan niet door nood ingegeven, gekozen voor het camperleven. In de kantlijn van het huisje-boompje-beestje bestaan is zo een parallelle samenleving ontstaan
De één heeft z’n leven helemaal omgegooid na een periode van ernstige ziekte, een ander kan of wil zich geen koop- of huurhuis veroorloven. Wat de bezwaren ook zijn – principieel, praktisch of financieel – campers kunnen een heel aardig alternatief vormen. Op veel plekken zijn ze alleen helemaal niet welkom. Binnen de kortste keren belt iemand uit de directe omgeving de politie.
Want het aantal campers in Nederland mag dan bijna verdubbeld zijn sinds de coronacrisis, (semi-)permanent wonen in zo’n mobiel huis mag helemaal niet. Ook een groot deel van de vaderlandse bevolking vindt daar overigens wat van. Wonen in een camper gaat gepaard met allerlei (voor)oordelen: dat je niet past in de hedendaagse samenleving of gewoon een mislukkeling bent.
Eén van de belangrijkste sprekers in dit aardige groepsportretje, een 79-jarige man die na zijn scheiding in geldnood kwam, wil dan ook niet herkenbaar in beeld. Ook om problemen met de verzekering te voorkomen. Want daar willen ze dat hij zich netjes aan de regeltjes houdt. Anderen durven – of willen – juist wel uitkomen voor hun camper. Omdat een ander leven volgens hen mogelijk moet zijn.
Zelfs in spruitjesland.
Sexotisch afl. 2 (35 min.)
Waar begint een fetisj en waar begint racisme? Dat vraagt Sexotisch-documentairemaakster Kelly-Qian van Binsbergen zich af over raciale fetisjes. Samen met experts duikt ze in voor sommigen stuitende zoektermen op pornosites.
Is een zwarte man echt zo groot geschapen? En heeft een zwarte vrouw met haar dikke billen altijd zin? Zwarte mensen delen hun ervaringen hoe zij geseksualiseerd en soms zelfs ontmenselijkt worden.
Twee dominatrixen laten zien hoe zij de rollen omdraaien en daar juist hun werk van maken. Kelly-Qian onderzoekt de impact van de slavernij en ons koloniale verleden op ons beeld over seksualiteit en zwarte mensen.
Een historicus vertelt het verhaal van Saartje Baartman, die jarenlang geëxposeerd werd om haar lichaam. En Kelly-Qian gaat langs bij een pornoacteur om erachter te komen wat de impact van de stereotypen op zijn werk is.
Inside IDFA (4 x 17 min.)
In 'Inside IDFA' praat Nicolaas Veul met Nederlandse regisseurs die met hun documentaires impact maakten en bewezen wat de kracht van documentaires kan zijn. Samen kijken ze terug op dit succes en blikken ze vooruit op IDFA 2024.
Gokkers (57 min.)
Gokverslaving is een toenemend probleem onder Nederlandse jongeren. Door de legalisering van online gokken in 2021 zijn er sindsdien 563.000 nieuwe gokkers bij gekomen. Waarvan 61% nog nooit had gegokt. Een kwart van deze nieuwe gokkers zijn jongeren. De toename liep hand in hand met de ontwikkelingen tijdens de coronaperiode. Toen sloeg verveling toe en veel sociale contacten werden via de online wereld voortgezet. Wat begon als even inzetten op een wedstrijdje leidde voor veel jongeren tot een onbeheersbare gokverslaving waarmee ze tienduizenden euro’s, hun baan en soms zelfs hun huis verloren.
Gokkers portretteert een aantal gokverslaafde jongeren gedurende een intensief therapietraject van 13 weken. Luuk en Pim vertellen over hun worsteling over het accepteren dat ze verslaafd zijn en de pijn te voelen dat bij acceptatie komt kijken. Wat heb ik eigenlijk mijn omgeving aangedaan door mijn verslaving. Max en Jimmy (niet hun echte namen) worden overmand door schuld en schaamte. Hoe kom je geliefden onder ogen terwijl hun wereld is ingestort door deze verslaving? Waar vertrouwen en werken aan relaties weer stapje voor stapje worden opgebouwd.
My Name is Alfred Hitchcock (120 min.)
'Oh, ik weet zelf ook wel dat ik al veertig jaar dood ben’, zegt Alfred Hitchcock (1899-1980) aan het begin van deze absolute tour de force van Mark Cousins. ‘En er is zoveel veranderd in die jaren. Toch? Zijn jullie met die 5G-telefoons werkelijk zoveel meer verfijnd dan de onschuldige mensen die gilden bij Janet Leighs onfortuinlijke ondergang, alleen in een klinische doucheruimte, in dat verschrikkelijke motel, in Psycho?’
Hoewel het verstand ‘nee’ zegt, is het toch verdomd lastig om niet mee te gaan met de premisse voor Cousins film My Name is Alfred Hitchcock (120 min.): dat het daadwerkelijk de grote regisseur is die tot je spreekt en niet acteur Alistair McGowan die ‘the master of suspense’ griezelig goed nadoet. Dat de gedachten die door deze uit duizenden herkenbare stem (toch?) uit het grote brein van Hitchcock komen en niet uit het vast niet veel minder grote brein van Mark Cousins.
Laten we de basisgedachte maar accepteren. Weerstand is zinloos – en ook lang niet zo prikkelend, inspirerend en leuk. Op onnavolgbare wijze duikt ‘Hitch’ dus in zijn eigen oeuvre, dat meesterwerken zoals The Birds, North By Northwest,Vertigo, Marnie en Strangers On A Train omvat en van pak ‘m beet Cary Grant, James Stewart en Gregory Peck en de actrices Ingrid Bergman, Grace Kelly en Tippi Hedren onvergetelijke iconen van de twintigste eeuw heeft gemaakt.
Cinefiel Cousins, die al diverse films over film maakte en eerder ook al een andere legende binnenstebuiten keerde in The Eyes Of Orson Welles (2018), laat Hitchcock aan de hand van de thema’s ontsnapping, verlangen, eenzaamheid, tijd, vervulling en hoogte en talloze daaraan verbonden speelfilmfragmenten een psychologisch portret van ‘zichzelf’ schetsen. Intussen geeft hij een masterclass film, met elementaire lessen als: vertraag als je personage haast heeft.
Een speelduur van twee uur is voor 21e eeuwse ogen misschien wat erg overdadig, maar deze duivels knap gemaakte film over hoe Hitchcock de beeldtaal naar zijn hand heeft gezet, zichzelf daarmee kon verwerkelijken en ons allen aan het witte doek of televisiescherm gekluisterd heeft/houdt, zorgt zowel voor leering als vermaak. Waarbij de oude meester op typisch Britse en lekker pedante wijze scènes duidt, in een bredere context plaatst en verbindt met zijn eigen bestaan.
Alfred Hitchcock is na z’n overlijden ook zijn kenmerkende gevoel voor humor niet kwijtgeraakt. Als Tippi Hedren een sigaret opsteekt in The Birds neemt die film even een korte adempauze. ‘Dit noemen jullie tegenwoordig ‘mindfulness’, of niet?’