Op een dag besluit de 21-jarige Ids dat hij naar Japan moet. En wel nu. Op de fiets.
Enige tijd later is Ids onderweg. Hij slaapt in een tentje in Siberië bij min 21 graden. Hij wordt ingesloten door Russisch Orthodoxe kerklieden, die er van overtuigd van zijn dat hij de wedergekeerde Jezus Christus is. En als hij uiteindelijk zijn doel bereikt, belandt hij in een Japanse isoleercel.
Bezittingen mag hij daar niet hebben, dus pulkt hij elke dag de lijm tussen het pakje chocomel en het rietje en maakt een zo een lijmbal. Het is bezit van niks, maar het is helemaal van hem. Zo komt hij knedend de lange dagen door, om niet gek te worden van de eenzaamheid. Ook wiskunde (algoritmes) en muziek behoeden hem voor de waanzin.
Ids ontwikkelt de vaardigheid om liedjes af te spelen in zijn hoofd en ontdekt dat hij over duizenden liedjes beschikt die hij afdraait om de tijd door te komen. Mensen ziet hij bijna niet. Er is één wekelijks hoogtepunt: Dan mag hij in bad met een zwaar getatoeëerde maffiabaas. Dan is hij ook een paar tellen buiten en kan hij, als hij geluk heeft, met de toppen van zijn vingers even de zonnestralen raken.
Jan Maarten Deurvorst maakte een radiodocumentaire over de bizarre avonturen van Ids. Een portret van een jongeman die afgaat op zijn innerlijke stem, die hem hopeloos in problemen brengt, maar hem ook redt van de ondergang.