Filmregisseur Frans Weisz (1938) gaat op zoek naar zijn vader, de in 1933 voor de nazi's uit Duitsland gevluchte acteur Géza L. Weisz (1904-1944).
Met Tom Rooduijn onderzoekt Weisz de levensloop van Géza – van zijn komische rollen in Duitse films tot het steeds zorgelijker bestaan als cabaretier en fotograaf in Nederland.
Frans Weisz ontdekt, in een dagboek van Géza, details over zijn logeerpartij in 1943, op het onderduikadres van zijn ouders in Amsterdam - waar ze een jaar later werden verraden.
Frans en zijn moeder Selma overleefden de oorlog, Géza stief in 1944 in Auschwitz.