Makers van Morgen

Memre Yu

VPRO

In Paramaribo staat een verlaten villa. De familie die er eens in leefde, verhuisde in de jaren '70 naar Nederland. Het huis, dat sterk aftakelt, staat symbool voor vervlogen tijden, vergankelijke herinneringen en alles wat bij migratie is achtergelaten.

In 'Memre Yu' komen de verschillende gezinsleden aan het woord. Ze vertellen over de band die zij hebben met het huis en met Suriname. Een band die voor bijna allemaal naar mate ze langer in Nederland wonen  minder sterk wordt. Alleen grootmoeder houdt sterke nostalgische gevoelens bij het huis.

'Memre Yu' (vertaling: ik herinner) werpt via een intiem verhaal heel wat maatschappelijke kwesties op: hoe een migratie niet enkel betrekking heeft op je leven in het nieuwe land, maar ook over wat je achterlaat in je geboorteland.

Regie: Zaïde Bil en Sébastian Segers

‘Door het eten van die mango kwamen alle herinneringen aan Suriname terug’

In gesprek met de regisseur

Tekst: Loïs van Wijnen

Twee jaar geleden reisde regisseur Zaïde Bil met haar maatje en co-regisseur Sébastien Segers naar Suriname. Ze maakten een film over het familiehuis dat haar grootouders in de jaren ‘70 hadden achtergelaten. In gesprek met 2Doc vertelt ze over die reis en waarom juist dat familiehuis centraal kwam te staan in de documentaire ‘Memre Yu’ (vertaling: ik herinner). ‘Soms staan we er te weinig bij stil dat mensen die emigreren ook iets achterlaten.’

Memre Yu gaat over de gevolgen van de migratie van jouw grootouders en hun kinderen. Hoe is dat gegaan?

‘Mijn grootouders ontdekten tijdens een lange vakantie in Nederland dat er in Nederland meer kansen waren voor hun kinderen. Ze emigreerden en kwamen terecht in Groningen. Daar konden ze in het begin helemaal niet goed aarden. Toen het winter werd, kocht mijn nani (vertaling: oma) truien voor de kinderen. Maar die truien waren zo lelijk dat er meteen pesterijen kwamen op school. Dat realiseerde zij zich ook pas achteraf. Op straat werden ze poepchinees genoemd. Dat was toen een aftelversje: inda-pinda-poepchinees.’

In de film benoemen je moeder en haar broer en zussen dat Nederland de plek is waar ze zich thuis voelen. Dat moet een hele ontwikkeling zijn geweest.

‘Ja, ze hebben keihard hun best gedaan om zich aan te passen aan Nederland. Mijn nani hoefde dat minder, zij had het druk met de kinderen en was vooral thuis. Eigenlijk is mijn familie het schoolvoorbeeld van hoe de verschillende generaties in een migratiefamilie omgaan met hun identiteit. De eerste generatie is nog erg bezig met het geboorteland en de tweede generatie wil juist echt onderdeel zijn van het nieuwe land. Ik ga dan juist weer op zoek naar de roots, heel cliché.’

'Mijn moeder zei steeds: ‘Als je oud genoeg bent, dan gaan we.’ Maar we gingen nooit.'

Zaïde Bil

Wanneer ben je op zoek gegaan naar die roots?

‘Ik zat eigenlijk altijd al te zeuren dat ik naar Suriname wilde. Voor mij was het heel magisch dat daar nog een familiehuis was. Mijn moeder zei steeds: ‘Als je oud genoeg bent, dan gaan we.’ Maar we gingen nooit, mijn moeder is er nog steeds niet geweest. Suriname is voor haar op de achtergrond geraakt door het intense integratieproces in Nederland. Ik denk dat ze ergens ook bang was om haar nostalgische beeld van Suriname te verliezen door de werkelijkheid van nu.’

Op welk moment besloot jij dat je wilde gaan?

‘Uiteindelijk was ik pas 28 toen ik daarheen ging. Een vriendin die ik had leren kennen aan het RITCS (Royal Institute for Theatre, Cinema & Sound, red.) in Brussel, ging naar Suriname om stage te lopen bij het jeugdjournaal daar. Daar werd ik zo onrustig van. Ik wilde het land van mijn moeder zien en ik kon niet meer wachten. Toen ben ik op eigen houtje gegaan. Mijn moeder was blij dat ik Suriname met mijn eigen ogen ging zien, maar ze zei ook: ‘Stel je er niet te veel van voor. Je moet niet denken dat je je er thuis gaat voelen. Geen high hopes hebben en dat je dan teleurgesteld weer thuiskomt.’'

En? Had ze gelijk?

‘Nee, ik vond het geweldig. De geuren, de woorden, het eten. Ik zag een vrouw in haar eentje over straat lopen. Plotseling riep ze: ‘De stad is DRUUUK.’ Lekker zoals mijn nani dat ook kan doen. Het was een feest van herkenning. Toen ik opgroeide in Groningen, stond ik nooit zo stil bij kleur of afkomst. Toen ik ging reizen naar andere landen kwam dat al wel een beetje, maar in Suriname ging er pas echt een wereld voor mij open.’

'De band die mijn familie heeft met het land is, net als het huis, aan het verwaarlozen.'

Zaïde Bil

En toen ging je naar dat familiehuis. Wat trof je aan?

‘Toen ik het zag, dacht ik: wat is dit? Het huis was volledig verwaarloosd. Zo zonde, maar ik realiseerde me ook dat mijn nani geen afscheid kon nemen van dat huis. Het is de laatste tastbare herinnering die ze heeft, maar ze kan er ook niet meer voor zorgen. Dan is het resultaat een verwaarloosd huis.’

Waarom werd dat huis belangrijk in Memre Yu?

‘Zoals mijn grootmoeders band met dat huis is, is ook haar connectie met het land. Die band is, net als het huis, aan het verwaarlozen. Als je op een nieuwe plek gaat wonen, verdwijnt er veel van de plek die je achterlaat. Dat is ook wat het nieuwe land van je eist. Soms staan we er te weinig bij stil dat mensen die emigreren ook iets achterlaten. Op dit moment wordt het huis gesloopt en ik zie dat dat heel veel met mijn familie doet.’

Tijdens de documentaire zien we eigenlijk alleen het huis in Suriname, niets van het land. Waarom is dat?

We wilden onszelf die beperking opleggen. Alle herinneringen die mijn oom en tantes hebben, spelen zich af in en rondom dat huis. Je wordt bij een land als Suriname al snel verleid door het exotisme, maar daar gaat onze film niet over. Onze film gaat over het huis en waar dat symbool voor staat.’

Ook voor de mango was er een hoofdrol. Waarom die mango?

‘Mijn grootmoeder wilde heel graag die mango proeven uit Suriname, dus we hadden er een paar voor haar meegenomen. Toen ze begon te eten, kwamen er allemaal herinneringen in haar los. De smaak, de vorm, alles bracht haar terug naar die tijd. Suriname kon wel veranderd zijn, maar die mango was nog hetzelfde. En dat was voor mij heel herkenbaar, want ik had ook door geur en smaak herkenning gevonden in Suriname, terwijl ik er nog nooit geweest was.’

'Ik betrap mezelf erop dat ik ineens heel vaak benoem dat ik twee achtergronden heb.'

Zaïde Bil

Wat heeft de kennismaking met Suriname jou opgeleverd?

‘Het voelde alsof er een deur openging en ik een familie ontmoette die ik nooit had gezien. Ik kon er eindelijk met mijn nani over praten. Ze neemt mij nu serieus als het gaat over Suriname en dat voelt wel heel dichtbij haar. Ik heb Suriname veel meer omarmd als mijn afkomst en ik betrap mezelf erop dat ik ineens heel vaak benoem dat ik twee achtergronden heb. Mijn ouders wilden mij eigenlijk al graag de achternaam van mijn moeder erbij geven: Chand. Dat wil ik nu ook graag. Ik voel me ook veel meer die beide kanten, niet meer alleen maar Bil.’

Zaïde en Sébastien hebben met Memre Yu een wildcard gewonnen van het Vlaams Audiovisueel Fonds. Daarmee kunnen ze starten aan een nieuwe documentaire. Ze hebben zich met hun nieuwe filmplan ook aangemeld voor de IDFAcademy. De film zal gaan over de Wayana-stam, de oorspronkelijke bewoners van Suriname. Het ene deel van de stam woont in Suriname en het andere deel in Frans-Guyana, waardoor de ene helft onder Europese en de andere helft onder Surinaamse regelgeving. En dat heeft enorme gevolgen.

Zaïde Bil bij De Nieuwe Wereld

Mounir Samuel gaat in gesprek met hoofdgast Raoul de Jong over zijn boek Jaguarman, waarin hij een prachtige hommage aan het land van zijn vader, Suriname, brengt. Babs Gons is schrijver en performer. Ze introduceerde spoken word in Nederland nadat ze daar in New York mee kennismaakte. In een spoken word performance laat Gons haar licht schijnen op de invloed die het land van je voorvaderen nog kan hebben. Zaïde Bil is regisseur en maakte Memre Yu, een film over het huis dat haar familie nog steeds in Suriname bezit. Het richt de aandacht op wat iemand allemaal achterlaat als hij naar een ander land gaat.