Spit: ‘Een hartverwarmende, maar ook zeer grimmige documentaire. Ik heb niet veel documentaires gezien die die twee uitersten zo goed belichten. Marcel is een man die net uit zijn scheiding komt en zichzelf heel erg verliest in de alcohol. Hij komt dan terecht bij Bob, een bekende Vlaamse journalist die zich heeft teruggetrokken in de bossen. Beiden zijn eenzaam, maar op een heel andere manier.
Lize Spit (1988) is een Vlaamse schrijver, columnist bij dagblad De Morgen en gastdocent creatief schrijven aan het RITCS. In 2016 debuteerde ze met haar roman 'Het smelt', waarvan in het voorjaar van 2023 een verfilming verscheen. Vorig jaar schreef Spit het Boekenweekgeschenk, genaamd 'De eerlijke vinder'. Welke films, boeken en documentaires inspireren haar?
'Ne me quitte pas’ van Niels van Koevorden en Sabine Lubbe Bakker (2014)
Deze Gouden Kalf-winnaar gaat over de bijzondere vriendschap van de Vlaamse Bob en de Waalse Marcel. De vrienden vonden elkaar in hun eenzaamheid, verdriet en drankzucht.
Marcel ervaart een niet-gekozen eenzaamheid, terwijl Bob zich met voorbedachten rade heeft afgezonderd. Dat raakte me. De documentaire laat zo’n grote kwetsbaarheid bij deze twee mensen zien, maar ook een verknochtheid. De mannen hebben veel aan elkaar.
De menselijkheid van deze documentaire vind ik inspirerend. Vaak vertrek ik vanuit mijn eigen werk ook vanuit kwetsbare mensen. Daarnaast lijken de documentairemakers haast wel vliegen op de muur. Op momenten dat de mannen samen erg beschonken zijn, krijg je als kijker niet de indruk dat zij zich bewust zijn van de aanwezigheid van de camera.
De documentairemakers lijken onzichtbaar en dat heeft iets heel intiems. Als schrijver probeer ik dit ook vaak te doen. Je wil dat lezers de schrijver vergeten, zodat ze zo dicht mogelijk bij een personage kunnen geraken.
In die zin vond ik deze documentaire erg inspirerend, maar ik kan ook erg goed films kijken zonder het te diep op mezelf te betrekken. Bij deze film dacht ik niet meteen: hoe kan ik dit gebruiken? Ik was vooral onder de indruk van de uitersten aan gevoelens die ik ervaarde: een unheimisch gevoel, maar ook een bepaalde verbondenheid.’
‘Anatomie d’une chute’ (Anatomy of a Fall) van Justine Triet (2023)
In deze Oscarwinnende thriller wordt auteur Sandra Voyter (Sandra Hüller) beschuldigd van de moord op haar echtgenoot, die onder verdachte omstandigheden dood wordt aangetroffen. De enige getuige is hun zoon, die blind is. De film laat Sandra’s onschuld in het midden, waardoor de kijker zelf een conclusie moet vormen.
Spit: ‘Dit is de beste film die ik vorig jaar heb gezien. Een heel spannende film in al haar eenvoud. Er komen bijvoorbeeld niet veel locaties in voor en je krijgt maar één kant van het verhaal te horen. En geloven we die dan? Hebben we te maken met een betrouwbaar personage? Dat vond ik heel interessant. Dat je zelf de hele tijd gaat nadenken: geloof ik haar?
Deze film staat eigenlijk los van mijn eigen werk. Als ik iets inspirerend vind met betrekking tot mijn eigen leven, is het dat het over een schrijverskoppel gaat. Zelf ben ik ook samen met een andere schrijver. De discussie van competitiviteit in een relatie en vragen als, “neem je het elkaar kwalijk als je vindt dat je creativiteit door de ander wordt beperkt?”, vind ik qua thematiek ontzettend interessant.
Naar mijn mening zijn films goed als ze een heel specifieke keuze hebben gemaakt die misschien wel het minst voor de hand ligt. In deze film hebben ze een originele invalshoek genomen. Aan het einde van de film is er bijvoorbeeld een ruzie in de keuken, waarin de personages elkaar van vanalles beschuldigen. Dat is echt een fantastische dialoogscène. Ik was laatst op een literair evenement waar acteurs de scène naspeelden. Zelfs toen bleef de dialoog sterk overeind staan.’
‘Pina’ van Wim Wenders (2011)
In deze visueel adembenemende documentaire nemen de wereldberoemde dansers van het Tanztheater Wuppertal de kijker mee in de unieke werkwijze van de legendarische choreografe Pina Bausch. De dansers geven door middel van enkele choreografieën in deze film betekenis aan hun emoties voor de choreografe, die vlak voor de opnames overleed.
Spit: ‘Oorspronkelijk zou het een documentaire worden waar Pina Bausch zelf aan mee zou werken, maar ze overleed vlak voor de opnames begonnen. Uiteindelijk heeft haar gezelschap gezegd: “Laten we hem toch maken, en laten we hem dan voor haar maken”. Dat achterliggende verhaal vind ik heel mooi. Het is een ode aan hun choreografe.
Hoewel ik de documentaire lang geleden heb gezien in de cinema, blijft het heel erg bij me. De soundtrack is zo sterk dat ik die vaak opnieuw heb geluisterd. Tijdens het koken zet ik graag die muziek op en dan zie ik die mensen weer dansen. Gewoon naar een dansvoorstelling op het scherm kijken, daar word ik zo rustig van. Het is een esthetisch pareltje en tegelijkertijd opzwepend door de muziek. Dat vind ik heel bijzonder.
Vaak word ik gezien als iemand die heel erg met een plot werkt, maar dat is voor mij niet een summum. Iets zonder dialoog kan ook heel erg ontroeren - als het maar gevoel heeft. Als het maar iets bij je openstelt. Voorheen was ik niet goed bekend met het werk van Pina Bausch. Totdat ik die documentaire ging kijken, nu raak ik Pina’s taal niet meer kwijt. Als ik naar een dansvoorstelling ga zie ik bij andere dansers vaak verwijzingen en denk ik: dit is een Pina Bausch-achtige choreografie. Dat is zo sterk.’
‘Oersoep’ van Bregje Hofstede (2023)
Een lyrische leeservaring die vaak meer weg heeft van een trip dan een typische roman. Oersoep onderzoekt het verlangen naar zelfverlies en wat er verborgen ligt achter de luiken van tijd, ruimte en perceptie.
Spit: ‘Dit boek is vaak beschreven als een trip en dat begrijp ik wel. Je voelt aan dit werk dat het heeft liggen rijpen. Alsof er ooit een roman heeft bestaan, die vervolgens is ingekookt en dit is er uitgekomen. Het gaat dieper dan het verhaal, alsof er een soort weefsel onder de oppervlakte ligt.
Op een boekpresentatie van Bregje Hofstede heb ik een boek eens vergeleken met een braakbal van een uil, waar je dan in kunt zien welke diertjes deze uil allemaal heeft gegeten en welke skeletjes er in die braakbal zitten.
Het is ook een heel plastisch boek met veel intieme beschrijvingen. Die antipreutsheid vind ik vernieuwend. Vooral omdat het geschreven is door een vrouw. Niet dat ik daar nu de nadruk op wil leggen, maar dat maakt het voor mij wel interessant.
Bij elk boek dat ik lees, pik ik wel iets op en laat ik me inspireren. Zelfs slechte boeken kunnen inspirerend zijn. Zo ontdek je wat volgens jou níet werkt. Heel goede boeken kunnen inspireren om zelf te gaan schrijven. Die creëren een soort basisdrang om jezelf ook uit te drukken.
Ik kan erg genieten van vondsten van andere schrijvers. Mooie beschrijvingen kunnen vaak iets opensplijten. Dat je bij wijze van spreken een voorwerp in handen hebt in je leven en dan denkt aan het beeld dat een andere schrijver daarbij verzonnen heeft. Soms kunnen zaken betekenisvoller worden door de taal die anderen daarop hebben geplakt.
Meerdere werelden komen dan samen. Als je door de stad fietst en er hangt een geur van lente in de lucht, denk ik vaak: zo stond het beschreven in dit of dat boek. Exact zo is het dan. Dan komt dat boek en het verhaal even binnen. Alles is met elkaar verweven, niet alleen het hier en nu. Op die manier zijn er veel realiteiten die door elkaar heen lopen. Dat vind ik fijn.’
Waar kun je Lize Spit van kennen?
Lize Spit (1988) is een Vlaamse schrijver, columnist bij dagblad De Morgen en gastdocent creatief schrijven aan het RITCS (Royal Institute for Theatre, Cinema and Sound) in Brussel.
In 2016 debuteerde ze met haar roman Het smelt, wat in meer dan 16 talen is vertaald. Er volgde een door Veerle Baetens geregisseerde verfilming van de roman, die in het voorjaar van 2023 is uitgebracht. Met deze roman won Spit de Bronzen Uil, de Boekhandelsprijs, de Hebban Debuutprijs en de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs. Ook haalde het werk de shortlist van de Libris Literatuur Prijs en de Premio Strega Europeo en werd het vernoemd tot het NRC Boek van het Jaar.
Haar tweede roman, Ik ben er niet, verscheen in december 2020. Vorig jaar was het aan Spit de eer om het Boekenweekgeschenk van 2023 te schrijven. Deze novelle werd haar derde en meest recente werk: De eerlijke vinder.