De Jong: ‘Philomena’s boek Alledaags racisme riep bij de verschijning in 1984 veel weerstand op in Nederland, van zowel collega-academici als recensenten in de media. Ze werd belachelijk gemaakt en klein gehouden: hoe durfde zij Nederland racistisch te noemen?
Raoul de Jong (1984) is auteur en programmamaker, bekend van romans als ‘De grootsheid van het al’, ‘Jaguarman’ en zijn Boekenweekessay ‘Boto Banja’. Voor de VPRO maakte hij onder andere het programma 'In een boek kan het wél' (2021). Welke films, boeken, series en documentaires inspireren hem?
‘Alledaagse waardigheid’ van Ida Does (2023)
Documentaire over antropoloog en antiracisme-pionier Philomena Essed, die veertig jaar geleden een boek over alledaags racisme in Nederland schreef.
Essed vertrok naar de Verenigde Staten, waar ze als academicus volledig werd omarmd. Een sterk bewijs van het feit dat strijden soms ook kan betekenen dat je kiest voor vrolijkheid, door je te verplaatsen naar een plek waar je wél kunt bloeien en je te richten op mensen die je wél begrijpen. Dan heb je de wereld aan je voeten.
Ik laat mezelf daar in het geval van Jaguarman ook door leiden. Een soort gedachte van: wat kan ik doen om dit verhaal groter te maken? Om de stem van mensen aan wie ik in dat boek een ode breng, meer macht te geven?
Toen ik vorig jaar een dorp bezocht in het regenwoud van Suriname, waar inheemse mensen in opstand kwamen tegen houtkapbedrijven, zag ik hoe makkelijk het is voor die bedrijven om over deze mensen heen te lopen en hun dorpen van de kaart te vegen. Ik weet niet of boeken schrijven genoeg is om daar iets tegen te doen, maar tegelijkertijd is dat het enige wat ik kan. Jaguarman was bedoeld om mensen zoals die dorpsbewoners een luidspreker te geven.
Het grappige was dat ik, direct na het bezoek aan dat dorp, het bericht kreeg dat Jaguarman in het Duits zou worden vertaald. Ondertussen is het boek ook uitgekomen in Frankrijk, en binnenkort komt er ook een Engelse vertaling. Dat stelt me in staat om dat verhaal van Suriname te verbinden met de verhalen van mensen over de hele wereld, die precies dezelfde strijd leveren. Samen kunnen we een vuist maken.’
‘Sunny side of spirit: Brazilië’ van Sunny Bergman (2015)
In de eerste aflevering van dit drieluik gaat Bergman op zoek naar hoe men in Brazilië met behulp van spiritualiteit omgaat met psychische klachten.
De Jong: ‘Tijdens de research voor mijn boek Jaguarman stuitte ik op deze documentaire van Sunny Bergman. Het is het derde deel van een serie, waarin ze door drie landen reist op zoek naar het antwoord op de vraag: draagt spiritualiteit bij aan de geestelijke gezondheid?
In deze aflevering over Brazilië komt het spirituele geloof Candomblé aan bod. Wat mij toen opviel is hoeveel het lijkt op Winti, een Afro-Surinaamse religie die centraal staat in Jaguarman. Het bovennatuurlijke aspect van beide religies komt overeen. De beschermgeesten die op slavenschepen mee zijn gekomen met de tot slaaf gemaakte inwoners van Suriname, zijn ook meegekomen naar Brazilië. De geesten, die ze in die aflevering de Orisha noemen, heten in Winti gewoon Winti, maar ze vertonen heel veel overeenkomsten.
Wat me is bijgebleven aan deze aflevering is een Braziliaans-Amerikaanse vrouw die een inzinking heeft gehad, waarna ze naar een psychiatrische inrichting werd gestuurd. Toen ze daar binnenkwam en om zich heen keek naar de andere patiënten dacht ze: dit is wat er in het Westen wordt gedaan met de dichters, de zieners en de sjamanen. Ze worden voor gek verklaard en weggestopt. Terwijl deze mensen in Candomblé juist worden behandeld als mensen met speciale krachten.
Ik denk daar vaak aan, want ik ken veel mensen die het in deze maatschappij niet redden. Ze krijgen een burn-out of slikken antidepressiva en zijn dan na zo’n pilletje zogenaamd weer ‘oké’. Terwijl ik eigenlijk denk dat we onze maatschappij moeten veranderen, niet de mensen die het in onze maatschappij niet redden.’
‘Down There on a Visit’ van Christopher Isherwood (1962)
Een geschreven verhaal van een van de eerste openlijk homoseksuele schrijvers, Christopher Isherwood, die van Europa naar Noord-Amerika vluchtte vanwege de Tweede Wereldoorlog. Hij schrijft over de gelukkigste tijd uit zijn leven: twee maanden in een appartement in Los Angeles met Paul, de bestbetaalde mannelijke prostituee ter wereld.
De Jong: ‘Wat ik heel inspirerend vind aan Christopher Isherwood, is dat hij net als Philomena Essed ook zijn leven heeft omgegooid. Hij had een beetje succes in Europa in de jaren ’30 met zijn eerste boeken, maar voelde toch een drang om te vertrekken. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, vluchtte hij naar New York. Hij kwam daar terecht in eenzelfde soort omgeving met intellectuelen waar hij graag ‘de succesvolle schrijver’ speelde.’
‘Op den duur gaf ’t hem geen voldoening meer. Hij kreeg toen een brief van een vriend uit Los Angeles, die mediteerde met een goeroe uit India. Toen is hij in de bus gestapt daarnaartoe om zich ook in de meditatieleer te verdiepen. Dat vind ik zo leuk aan Isherwood: hij had roem, maar vond dat verre van het belangrijkste.
Toen ik deze zomer in Hollywood was, ben ik naar de tempel geweest waar hij mediteerde. Die staat midden in Hollywood en is van binnen nog precies zoals in de jaren ’30. In die tempel kwamen ook schrijvers als Aldous Huxley. Beiden hebben ze de Beat Generation beïnvloed. Die generatie lag weer aan de basis van de gehele hippiebeweging, die mijn moeder erg inspireerde.
Mijn moeder was heel spiritueel, waardoor ik als tegenreactie eigenlijk altijd heel cynisch was tegenover spiritualiteit. Ik leek meer op mijn Groningse opa en oma, die heel nuchter waren. Maar de dingen die ik bij de Navajo of de Winti zag, zijn me steeds meer gaan interesseren.
Ik geloof dat die religies handvatten kunnen bieden die je in je eigen leven kunt gebruiken. Met behulp van Winti overleefden slaven 300 jaar geleden de hel op aarde. Het is de reden dat iemand zoals ik kan bestaan.’
‘Green Porno’ van Isabella Rossellini (2008)
Een serie waarin Rossellini op zowel wetenschappelijk accurate als uiterst vermakelijke wijze de voortplantingsgewoonten van insecten een zeedieren naspeelt.
De Jong: ‘Mijn Italiaanse vriend Gianluca Fratantonio en ik zijn nu achttien jaar samen. Hij introduceerde een heel universum van regisseurs, muziek en nog veel meer aan mij. Door hem heb ik ook een passie voor Isabella Rossellini, een bekende Italiaanse actrice en model. De manier waarop zij Green Porno presenteerde was een grote inspiratiebron voor de programma’s die Gianluca en ik samen maakten voor de VPRO, Iedereen Kan Dansen (2012) en In een boek kan het wél (2021).
Ik heb het gevoel dat de stijl waarmee dit programma is gemaakt inmiddels wel vaker wordt gebruikt, bijvoorbeeld door Wes Anderson of Michel Gondry. Toen Rossellini dit maakte, bijna vijftien jaar geleden, was het heel nieuw. Tegelijkertijd voelde het heel logisch; alsof je dit in je hoofd al had gezien. Het doet denken aan de toneelstukjes die je maakte in je kindertijd, aan fantasieën die je toen had. Het is een beetje ironisch maar ook heel lief, en het helpt om beter te kijken naar de natuur en de wereld om ons heen.’
‘La Dolce Vita’ van Federico Fellini (1960)
Italiaanse dramafilm over journalist Rubini (Marcello Mastroianni), die een turbulent leven leidt te midden van de Romeinse jetset. Een film met veel klassieke scènes, bijvoorbeeld de Trevifontein-scène met Rubini en de Zweedse actrice Sylvia (Anita Ekberg).
De Jong: ‘Ik heb veel geleerd van Fellini’s films. Er zit een formule in zijn films: hij speelt met het leven. Hij heeft een bepaald doel voor ogen, bijvoorbeeld het schieten van een scène over het Romeinse Rijk, en vertrouwt er vervolgens op dat het leven hem die ook geeft. Als het op de opnamedag hard begint te regenen, betekent dat volgens Fellini dat die regen op dat moment is bedoeld om hem te helpen de scène beter te maken.
Dat probeer ik zelf ook te doen met mijn werk. Vooral heel erg met betrekking tot mijn boeken. Ik heb een bepaald doel, ik trek richting het Amazone regenwoud, en ik vertrouw erop dat er precies gaat gebeuren wat ik nodig heb om mijn doel te halen en om een goed verhaal te schrijven. En dat werkt.
Je vertrouwt erop dat het leven aan jouw kant staat, dat het wil dat je een mooi verhaal gaat maken, en het helpt je erbij. Ik denk dat veel kunstenaars dat ook weten, maar in Fellini’s werk komt het heel duidelijk naar voren.’
Waar kun je Raoul de Jong van kennen?
Raoul de Jong (1984) is auteur, columnist, theater- en podcastmaker.
Zijn werk werd bekroond met onder andere de Dick Scherpenzeelprijs, de Toneelschrijfprijs, de Prijs voor het Beste Rotterdamse boek en werd genomineerd voor De Boon, de Libris Literatuurprijs, de Boekenbonliteratuurprijs, de E. Du Perronprijs en The European Prize For Literature. Zijn Roman Jaguarman (2020) werd vertaald in meerdere talen. In 2022 ontving hij de Anna Blaman Prijs voor zijn gehele oeuvre. In 2023 schreef De Jong het Boekenweekessay Boto Banja.
Voor de VPRO maakte hij onder andere items voor Café de Liefde (2008) en het Villa Achterwerk-programma Iedereen Kan Dansen (2012). Daarnaast creëerde hij met In een boek kan het wél (2021) een ‘theatrale ode aan vergeten verhalen’.