Met deze week: 'De Zaak Schaap: fraude bij de landsadvocaat' van Mattias Schut, 'Mijn vader de terrorist' van Daniël Krikke, 'Piketty: Capital in the Twenty-First Century' (herhaling) van Justin Pemberton, 'Willem en Frieda' van regisseur John Hay en 'Sinéad O’Connor - Nothing Compares' (herhaling) van Kathryn Ferguson.

De Zaak Schaap

Nu online, vrijdag 4 augustus om 22.10 uur op NPO 2

Wáárom? Die vraag hangt voortdurend boven De Zaak Schaap: fraude bij de landsadvocaat (NTR, 126 min.). Waarom verduisterde notaris Frank Oranje, de bestuursvoorzitter van de landsadvocaat Pels Rijcken, in de loop van twintig jaar ruim elf miljoen euro? Omdat het kon? Omdat het moest? Of gewoon omdat het goed voelde? De man zelf, die nota bene ‘Mr. Integrity’ werd genoemd, kan het niet meer vertellen. Hij maakte op 6 november 2020, toen zijn bedrog aan het licht dreigde te komen, in een vakantiehuisje een einde aan zijn leven. En de meeste mensen uit zijn directe omgeving, bij zijn werkgever of uit zijn (professionele) vriendenkring, wíllen het niet vertellen. Tenminste, niet ‘on the record’.

En dus verlaat deze vierdelige serie van Mattias Schut zich op vakbroeders die gaandeweg kregen te maken met ‘de grootste juridische fraude uit de Nederlandse geschiedenis’ (advocaat Winfried van den Muijsenbergh en Philip van Hilten, advocaat en bestuurder bestolen stichting), de hoogleraren Marcel Pheijffer (Forensische Accountancy) en Bob Hoogenboom (Forensische Bedrijfskunde) en twee onderzoeksjournalisten die de zaak onderzochten: Joris Polman (Het Financieele Dagblad) en Camil Driessen (NRC). Gezamenlijk openen zij een wereld, die de deuren graag gesloten houdt. Ook als de situatie om transparantie vraagt: grootschalige fraude bij het advocatenkantoor dat nota bene de overheid vertegenwoordigt.

De absolute hoofdrol in deze miniserie is voor acteur Jeroen Spitzenberger. Hij treedt op als alwetende verteller en scheidt het kaf van het koren in de kwestie die tegelijkertijd heel ingewikkeld (vol jargon, ondoorzichtige constructies en verhullend taalgebruik) en toch ook heel eenvoudig is (op en neer schuiven met sommen geld, totdat niemand meer doorheeft dat een aanzienlijk deel ervan in de zakken van de notaris verdwijnt). Spitzenberger stapt letterlijk door Oranje’s verleden en schroomt ook vileine humor niet, bijvoorbeeld als ‘t gaat om het authentiek ogende familiewapen dat de notaris in 2014 heeft laten ontwerpen. ‘En dan mag je natuurlijk helemaal zelf bedenken hoe ’t eruit ziet. Een beetje zoals bij een tattoo.’

De serie bevat verder een reconstructie van historische gebeurtenissen, waarin gebruik wordt gemaakt van acteurs en ook ‘fictieve elementen’ voorkomen. Die vorm werkt wonderwel, hoewel die laatste mededeling ook vragen oproept: waar eindigt het feitelijke verhaal en begint de fictie? De Zaak Schaap vaart verder wel bij het doortastende opereren van interviewer Maartje Hofhuis. Zij noemt het beestje soms gewoon bij zijn naam. ‘Hij bleek een boef!’, constateert ze bijvoorbeeld ferm als haar gesprekspartner, advocaat Van den Muijsenbergh van vereffenaar stichting Converium, maar om de hete brei heen blijft draaien. Die houdt zich echter aan zijn script. ‘De geldstroom van de escrow-rekening is niet conform de oorspronkelijke afspraken zorgvuldig afgewikkeld, ja.’

Terwijl de eerste drie afleveringen van De Zaak Schaap, vernoemd naar het FIOD-onderzoek naar Frank Oranje’s megafraude, vat proberen te krijgen op dit exquise staaltje witte boordencriminaliteit, zoomt het slotdeel van deze fijne miniserie zowel ín (op Oranje’s modale jeugd en zijn tijd bij studentenvereniging Minerva in Leiden) als úit (op de positie van Pels Rijcken, dat zichzelf vooral als slachtoffer van de situatie portretteert, en de gecompliceerde relatie van het advocatenkantoor met de Nederlandse staat). Na afloop staat die ene, nauwelijks te beantwoorden vraag desondanks nog altijd open: wáárom?

 

Mijn vader de terrorist

Nu online, donderdag 3 augustus om 22.10 uur op NPO 2

Het is een kerngebeurtenis van zijn jeugd: op 28 september 1994 wordt Hans Krikke, de vader van documentairemaker Daniel Krikke, van zijn bed gelicht. Met grof geweld, op verdenking van betrokkenheid bij terrorisme. Zo heeft het dramatische moment zich tenminste in het geheugen van de jonge Daniel gezet. Hij heeft het nu gereconstrueerd met acteurs. Een traumatische herinnering, in dreigend zwart-wit vastgelegd. Als openingsscène voor Mijn vader de terrorist (VPRO, 53 min.), een persoonlijke film die nog een aantal van zulke gereconstrueerde ervaringen bevat.

Hans Krikke was als journalist actief binnen het linkse onderzoekscollectief Opstand. Hij schreef bijvoorbeeld kritisch over het Nederlandse vreemdelingenbeleid en was fel gekant tegen het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime. Gaandeweg kreeg de Binnenlandse Veiligheidsdienst Krikke en zijn directe collega Jan Müter in de peiling. Zij werden verdacht van betrokkenheid bij de Revolutionaire Anti-Racistische Actie (RaRa). Deze clandestiene organisatie zou verantwoordelijk zijn voor brandstichting en bomaanslagen. Acties die bijvoorbeeld waren gericht tegen bedrijven die zaken deden met Zuid-Afrika zoals Shell en de Makro, maar ook tegen politici persoonlijk: zo werd het huis van staatssecretaris van Justitie Aad Kosto, verantwoordelijk voor het Nederlandse asielbeleid, in 1991 grotendeels verwoest door een bom die aan RaRa wordt toegeschreven.

In deze documentaire onderzoekt Krikke het verleden van zijn vader. Ook omdat hijzelf – de film moet er extra urgentie door krijgen – op het punt staat om zelf vader te worden. Dat is het startpunt van een zoektocht die moeite heeft om op koers te blijven: is het Krikke’s bedoeling om zijn vaders activisme, dat mogelijk is uitgemond in terroristische acties, verder te onderzoeken en kritisch te bevragen? Probeert hij uit te pluizen wat de, al dan niet onterechte, arrestatie van zijn vader te weeg heeft gebracht in de levens van hem en zijn familie? Of wil hij eigenlijk aftasten waarom de relatie met zijn vader sowieso altijd redelijk afstandelijk is gebleven, onderzoeken of dit is gerelateerd aan de jeugd van de man en ondertussen proberen om hun band te vernieuwen? Deze film doet eigenlijk van alles een beetje.

De documentaire zoekt intussen ook naar de juiste vorm. Is het een roadmovie van vader en zoon door het verleden? Hoe past de podcast-achtige setting van enkele interviews die Krikke heeft met zijn vader en moeder, de schrijfster Christine Otten, daar dan in? En de dramatisch getoonzette zwart-wit reconstructies? Hoewel Mijn Vader De Terrorist een interessant terrein opzoekt (het schimmige gebied waar een radicale linkse club zoals RaRa stuit op de geheime arm van de Nederlandse overheid) en ook beslist enkele sterke scènes bevat (de geladen ontmoeting van Hans Krikke met zijn voormalige collega en lotgenoot Jan Müter bijvoorbeeld) wil de film maar geen logische eenheid vormen en blijven ook enkele essentiële vragen (deels) onbeantwoord.

Piketty: Capital in the Twenty-First Century (VPRO, herhaling)

Nu online, zaterdag 5 augustus om 23.47 uur op NPO 2

Staan we aan de vooravond van een terugkeer naar het ongebreidelde kapitalisme van de achttiende en negentiende eeuw, met een kleine aristocratie die leeft in weelde en het gewone volk dat omkomt van de honger? Deze zorg spreekt de Franse econoom Thomas Piketty nadrukkelijk uit bij de start van de boeiende documentaire Piketty: Capital in the Twenty-First Century (102 min.), die is gebaseerd op zijn baanbrekende boek uit 2013. De eerste tekenen dienen zich volgens hem aan: groeiende ongelijkheid en, als een soort bliksemafleider daarvoor, toenemend nationalisme.

Samen met vooraanstaande collega-economen, psychologen, historici en politicologen licht Piketty vervolgens de ontwikkeling van het kapitalisme door, de talloze pogingen om dat bij te sturen en de recente opkomst van de ‘Greed is good’-mentaliteit, waardoor er weer een ouderwetse samenleving van Haves, een kleine elite, en Have-nots, de rest van de bevolking, dreigt te ontstaan. In politieke termen: één dollar, één stem. In plaats van wat je zou verwachten in een goed functionerende democratie: één mens, één stem.

De bijbehorende winnaarsattitude wordt ook direct verinnerlijkt, zo toont een fascinerend experiment met het bordspel Monopoly aan. Door het opgooien van een munt wordt steeds bepaald welke van twee spelers allerlei voordeeltjes krijgt toebedeeld. Die geluksvogels gaan zich vervolgens binnen enkele minuten ook als winnaar gedragen. Ze verplaatsen hun pion met meer geluid, graaien vaker in de chipszak en beginnen hun opponent te kleineren. Na afloop geloven ze dat ze puur op basis van hun kwaliteiten hebben gewonnen. Niet als gevolg van stom toeval.

Het is niet moeilijk om die mentaliteit te ontwaren in de hedendaagse samenleving. In zowel individuele personen als ondernemingen. Met deze uitstekend gedocumenteerde film van Justin Pemberton uit 2020, die is geïllustreerd met nieuwsbeelden, televisiefragmenten en scènes uit speelfilmklassiekers zoals Pride And Prejudice, Les Misérables en The Grapes Of Wrath, bepleiten Piketty en zijn mededenkers dan ook een beter gereguleerde vorm van kapitalisme, waaraan echt iedereen zijn steentje bijdraagt, bijvoorbeeld via het betalen van belasting.

Enig optimisme is daarbij op zijn plaats, meent hij. De menselijke geschiedenis toont volgens Piketty aan dat we altijd streven naar een samenleving met harmonie en samenhang. Daarvoor moet dan alleen de huidige ongelijkheid nog wel even worden bestreden.

Willem en Frieda (KRO-NCRV)

Nu online, dinsdag 1 augustus om 23.10 uur op NPO 2

Stephen Fry vertelt het indrukwekkende maar onbekende verhaal van de twee Nederlandse homoseksuele verzetshelden Frieda Belinfante en Willem Arondeus.

Het homoseksuele verzetsduo Willem en Frieda vervalste persoonsbewijzen tijdens de Tweede Wereldoorlog en redde zo vele Joodse levens. Toen de nazi's de valse identiteitsbewijzen begonnen te controleren aan de hand van echte dossiers, bedachten ze een zeer gedurfd en levensgevaarlijk plan: een bomaanslag op het Bevolkingsregister in Amsterdam.

Regie: John Hay
Omroep: KRO-NCRV

Sinéad O'Connor (1966-2023)