Op donderdag 9 maart 2023 gooit voorzitter Jan Smit, in een ander leven zanger en Bekende Nederlander, de knuppel in het hoenderhok bij FC Volendam. ‘Superlatieven komen tekort als wij spreken over ons eigen Gallië’, begint hij zijn speech op de informatieavond nog positief. ‘Wij zijn het dorp waar alles het mooiste is en vanzelfsprekend het beste. Dat gezegd hebbende zou ik daar ook nog iets aan toe willen voegen: ons dorp wordt vergiftigd door mensen vol jaloezie, onwetendheid en vooral pure domheid.’ Waarna Smit enkele dorpsgenoten ongenadig van onder uit de zak geeft.
Het is een ideaal startpunt voor de zesdelige docuserie Volendam, een dorp in de Eredivisie (270 min.), die vervolgens negen maanden terug in de tijd gaat, als de net gepromoveerde voetbalclub aan het seizoen 2023-2023 begint. Na dertien jaar is FC Volendam eindelijk terug in de Eredivisie. Smit heeft grote ambities: er moet net buiten het dorp een nieuw stadion komen, in de vorm van een schip, en binnen vijf jaar moet Volendam Europees voetbal spelen. Trainer Wim Jonk, oud-topvoetballer en ook al zo’n icoon van de plaatselijke gemeenschap, is al blij als ze zich op het hoogste Nederlandse niveau kunnen handhaven.
Want Volendam is natuurlijk geen Manchester City, ook geen Feyenoord en zelfs geen FC Utrecht – clubs waarover eerder een voetbalsoap werd gemaakt. ‘Het Andere Oranje’ doet eerder denken aan Sunderland, de Britse vereniging waarbij gedurende twee voetbal- en serieseizoenen alles misging wat er mis kon gaan en ’t heerlijk meeleven was met de treurende en mopperende achterban. Dat sprak uiteindelijk ook meer tot de verbeelding dan het topsportklimaat en de juichcultuur bij de topploegen. FC Volendam, een dorpsclub die op het hoogste podium wil acteren, heeft diezelfde potentie. Het moet alleen nog even degraderen.
En dat is dus precies wat Smit en Jonk, die leiding geeft aan het omstreden Team Jonk, koste wat het kost willen voorkomen. Hun plannen met de club vallen alleen niet bij iedereen in goede aarde. Als de trots van het dorp uiterst matig aan het seizoen begint - ‘een gelijkspel zet geen zoden aan De Dijk’, grapt de gelikte voice-over Bart Arens daarover, na een bloedeloze remise tegen Vitesse - leidt dit tot stevige discussies bij de Volendamse vissers, vuilnismannen en kapper. Deze beste stuurlui aan wal zorgen voor allerlei aandoenlijke scènes, waarmee de sfeer in het dorp treffend wordt opgetekend. Dat spits Henk Veerman, een echte Volendammer, regelmatig op de bank zit, zit ze bijvoorbeeld niet lekker.
Volendam, een dorp in de eredivisie registreert zo fijntjes hoe de druk toeneemt op de voorzitter, die nog even een pro-Zwarte Pieten-protest de kop indrukt, en de trainer, die van zijn elftal maar geen eenheid weet te maken. ‘Dit betekent degraderen als je zo blijft voetballen’, fulmineert Jonk tegen zijn spelers, bij een erbarmelijke wedstrijd tegen mededegradatiekandidaat Fortuna Sittard. ‘Geen enkele wedstrijd ga je winnen.’ Dat is echter buiten de veerkracht van Volendammers gerekend – ook al staat er tegenwoordig nauwelijks een echte dorpeling in het elftal.
Deze miniserie weet de mensen, (klaag)cultuur en omgangsvormen van dat Nederlandse Asterix & Obelix-dorpje aan De Dijk, dat zich weinig aantrekt van de rest van het Nederlandsche rijk, intussen heel aardig te pakken te krijgen.
Met deze week: 'Volendam, een dorp in de Eredivisie' van regisseurs Marc Neven en Robbie Peters, 'Innocence' van Guy Davidi, 'Soviet Bus Stops' van documentairemaker Kristoffer Hegnsvad, en 'Mooi meegenomen' van Elif Kan.
Opnieuw beschikbaar zijn 'The Life of Fathers' van Rien Bexkens en 'Traslasierra' van Raquel Kurpershoek.
Volendam, een dorp in de Eredivisie (AVROTROS)
Nu online
Innocence (EO)
Nu online
Het pad naar volwassenheid loopt in Israël via het leger. Iedere achttienjarige wordt geacht om zijn dienstplicht te vervullen. Jongens drie jaar, meisjes twee. De voorbereiding begint echter al veel eerder, toont de Israëlische regisseur Guy Davidi, die zijn eigen diensttijd als traumatisch heeft ervaren, in Innocence (101 min.). Jonge kinderen leren op school bijvoorbeeld al dat groen de kleur van het leger is, worden aangemoedigd om tekeningen van soldaten of tanks te maken en krijgen voortdurend te maken met het gevaar dat hun volk bedreigt of heeft bedreigd.
Toch worstelen sommige Israëlische jongeren met de verplichting om militair te worden. Met homevideo’s en persoonlijke brieven, ingesproken door stemacteurs, introduceert Davidi enkele van deze soldaten tegen wil en dank. Zij twijfelen openlijk over hun dienstplicht – of kunnen hun weerzin daartegen nauwelijks onderdrukken. Het zal niet goed met hen aflopen, vertelt de filmmaker, die eerder als coregisseur betrokken was bij een verpletterende aanklacht tegen Israëls nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever (Five Broken Camera’s), er meteen bij.
‘Hier, in het leger, realiseer je je dat je twee opties hebt’, schrijft Ron Adler tijdens de vervulling van z’n dienstplicht bijvoorbeeld aan zijn ouders. ‘Een goede frontsoldaat zijn. Of een goed mens.’ Hij krijgt volgens eigen zeggen het zogenaamde ‘brothers in arms’-gevoel, dat schijnt te horen bij het leger, maar niet te pakken en schaamt zich intussen kapot wanneer collega’s dingen zeggen als: de enige goede Arabier is een dode Arabier. Dáár, tijdens het bereiken van de jaren des onderscheids, wil Adler maar zeggen, verliest Israëls jeugd collectief zijn onschuld.
Guy Davidi verbindt de zielenroerselen van zulke bezwaarde brievenschrijvers, en privéfilmpjes waarin zij ondertussen uitgroeien tot jongvolwassenen, met scènes van kinderen en tieners die worden klaargestoomd voor hun periode bij de krijgsmacht, trainingen van nieuwe rekruten en het uiteindelijke resultaat van dat vormingswerk: Israëls leger in actie. In deze wereld, met z’n druk om je ondergeschikt te maken aan het grotere ideaal of gemeenschappelijke belang, lijkt geen ruimte voor het vormen van een eigenstandig oordeel of ethische bezwaren. Iedereen loopt in de pas.
Het is een constructie die tot reflectie noopt: is een volk dat collectief onder de wapenen moet niet automatisch geneigd om bij conflicten ook zijn toevlucht tot die wapens te nemen? En hoe kan zo de vicieuze cirkel van geweld, waarin het land al sinds jaar en dag is verwikkeld, worden doorbroken?
Soviet Bus Stops (AVROTROS)
Nu online
Het is een variant op urbex fotografie, ook wel ‘urban exploring’ genoemd. De Canadese fotograaf Christopher Herwig legt alleen niet zomaar vervallen gebouwen of verlaten plekken vast, maar heeft zijn geheel eigen specialiteit ontwikkeld: Soviet Bus Stops (57 min.).
Hij doorkruist de voormalige Sovjet-Unie, op zoek naar architectonische hoogstandjes. De ‘bushokjesjager’ begint zijn zoektocht in deze roadmovie, die hij samen met Kristoffer Hegnsvad en Nicholas Zajicek maakte, in de Georgische stad Gori, de geboorteplaats van Jozef Stalin. Aan hem ontleent de documentaire ook zijn leidmotief. ‘Ideeën zijn krachtiger dan wapens’, liet de leider, die ruim dertig jaar met ijzeren hand regeerde, ooit optekenen. ‘We gunnen onze vijanden ook geen wapens. Waarom laten ze dan wel ideeën hebben?’
Ondanks deze dreigende taal durfden sommige ontwerpers wel degelijk een eigenzinnige bushalte te imagineren. Je moet ze alleen wel even zien te vinden, in een natie die inmiddels in vijftien afzonderlijke landen uiteen is gevallen. ‘Ondanks hun bescheiden omvang lijken ze zo moedig’, mijmert Herwig in één van de voice-overs, waarmee de film wordt aangestuurd. ‘Waren deze unieke ontwerpen een daad van rebellie? Een discrete roep om hulp in een samenleving waarin alles aan regels was gebonden? Of moeten ze toch worden beschouwd als Sovjet-propaganda?’
En Herwig wil natuurlijk geen ‘useful idiot’ van een verdorven regime worden. De bushokjes, in al hun kleur, lef en creativiteit, ogen in elk geval als een opmerkelijk vertoon van individualisme, in een natie die zwoer bij collectiviteit. Wie ze ooit heeft ontworpen, is lang niet altijd bekend. Als de fotograaf er toevallig één tegen het lijf loopt, springt hij nog net geen gat in de lucht. Stukje bij beetje komt hij zo op zijn tocht, die wordt begeleid door lekker zielloze synthmuziek, toch steeds meer te weten over die volstrekt eigenzinnige kunstwerken langs de weg.
Een masterplan om ze te behouden en als een soort permanente Sovjet-tentoonstelling beschikbaar te houden, ligt er overigens niet. Deze glorie vergaat onherroepelijk, zo lijkt het. Gelukkig heeft Christopher Herwig de foto’s nog – en wij deze oorspronkelijke film, die een nog altijd tot de verbeelding sprekende wereld documenteert via ‘de poëzie van de weg’.
Mooi meegenomen
Nu online
Wat is er in die twee dagen gebeurd? Als tweejarig kind werd Elif Kan, nadat haar ouders waren gescheiden, opgehaald door haar Koerdische vader. Daarna was ze enige tijd spoorloos. Zou het meisje door hem zijn meegenomen naar Turkije? vroeg moeder Jose, levend tussen hoop en vrees, zich toen af. Uiteindelijk werd Elif door iemand anders toch weer terug naar haar huis gebracht.
Sindsdien leeft Elif met de angst van haar moeder: de vrees dat ze haar dochter definitief zou kunnen verliezen. Het werd een onderwerp dat tussen hen in kwam te staan: pijnlijk, dreigend en onbespreekbaar. Bovendien raakte Elifs relatie met haar vader, die ze nog enige tijd in de weekends bleef zien, behoorlijk verstoord en begon zij te worstelen met haar eigen biculturaliteit.
Deze twee dagen, die elementaire thema’s in haar leven representeren, spelen nog altijd op bij de twintiger Elif Kan, die inmiddels presentator/redacteur is bij het crossmediale platform Spot On. Achteraf bezien is ze door het oog van de naald gekropen. Voor hetzelfde geld was Elif één van de honderden kinderen geworden, die jaarlijks worden ontvreemd door één van hun ouders.
Ze spreekt in de korte egodocu Mooi meegenomen (30 min.) met twee van hen. Zij kwamen er allebei pas veel later achter dat ze leefden bij een vader die hen had ontvoerd – en dat ze daardoor hun moeder helemaal niet kenden. Dit had ingrijpende gevolgen voor zowel hun eigen leven als dat van verwanten. En het vergiftigde, natuurlijk, de relatie met de ouder die ze wél bij zich hadden.
Deze vaders komen helaas niet aan het woord in deze tv-film, die zich duidelijk richt op een jong publiek. Dat perspectief zou de vertelling beslist hebben verrijkt. Want waarom doet iemand zoiets? Het is een vraag die Elif nu aan zichzelf stelt. En waarom neemt hij daarvoor geen verantwoordelijkheid? Tegelijkertijd was een confrontatie voor de camera misschien ook wat te (on)gemakkelijk geweest.
Elifs vader herkent zich in elk geval niet in haar lezing van de feiten, laat hij aan het eind van de film nog wel weten via een verklaring. Daarmee komt Mooi meegenomen wat abrupt aan z’n einde. Elif Kans zoektocht lijkt eigenlijk nog nauwelijks te zijn begonnen en heeft vooralsnog ook meer vragen dan antwoorden opgeleverd.