Met deze week de volgende documentaires: 'Palingdans' van Hans Dortmans en 'Het universum van Klaas Gubbels' van Jan Louter.
Palingdans (72 min.)
Zo glad als een aal zijn ze, palingen. Waar en hoe ze zich voortplanten is bijvoorbeeld nog altijd een raadsel, ook biologen kunnen er maar geen vat op krijgen. Zelfs in het palingdorp Volendam, waar Rick Leemans van de onderneming Glasaal Volendam met IVF-larfjes op commerciële schaal glasaal wil gaan kweken, tasten ze in het duister. Het werk in Leemans laboratorium kan nochtans van levensbelang zijn. Want de paling wordt met uitsterven bedreigd – en daarmee wellicht ook de lokale vissers en bedrijven die leven van deze vis.
Als palingen volwassen zijn, zwemmen ze naar de Sargassozee, vlakbij Bermuda, om daar te paaien. Alleen heeft nog geen mens het resultaat daarvan, de eitjes, ooit gezien. Met het schip Walter Herwig III gaan de Oostenrijkse bioloog Reinhold Hanel en zijn multidisciplinaire team daarom op onderzoek uit en hopen ze nu eindelijk eens palingeitjes aan te treffen. Als duidelijk is hoe en waar de paling zich voortplant, kan het dier, dat vrijwel direct sterft nadat het die eitjes heeft geproduceerd, misschien ook beter worden beschermd.
Documentairemaker Hans Dortmans heeft volgens eigen zeggen – in een begin voice-over die een beetje overbodig is en een Fremdkörper blijft – een zwak voor de paling. Zijn vader nam die vroeger mee van de kermis. Met nostalgie en schuldgevoel als gevolg, aldus Dortmans, die in Palingdans (72 min.) eigenlijk genoeg filmische middelen heeft om zijn en andermans fascinatie voor het enigmatische bestaan van de paling over het voetlicht te brengen. Met prachtige onderwateropnames bijvoorbeeld. Of de prikkelende muziek van Ernst Reijseger.
En anders is de Japanse connaisseur Kenichi Ikeda een uitstekende verteller. Devoot prevelend over zijn liefde voor ‘het goddelijke wezen’, tijdens bezoeken aan een kweker, visser en enkele chefs, waaronder Kanejiro Kanemoto (94) van het palingrestaurant Nodaiwa. Hoewel hij inmiddels tot de vijfde generatie palingchefs van zijn familie behoort, heeft Kanemoto het mysterie nog altijd niet ontrafeld. ‘Misschien kennen palingen hun lot al vanaf het moment dat ze worden geboren’, zegt hij tegen Ikeda. ‘Dus ze zorgen ervoor dat ze niet de verkeerde kant uit gaan.’
Intussen voelt Ikeda zich ook wat ongemakkelijk. Ondanks zijn ontzag voor palingen – een Shinto-priester noemt hen ‘boodschappers van God’ – en de zenuwen die hij elke keer weer krijgt als hij ‘unagi’ mag eten, kampt Kenichi Ikeda ook met schuldgevoelens. Draagt hij zelf als culinaire liefhebber niet bij aan de verdwijning van dit mythische dier? Zo is iedereen in deze stijl- en sfeervolle film vanuit zijn eigen invalshoek – economisch, natuurbeschermend of culinair – bezig met het bestaan en voortbestaan van een wezen, dat tegelijk overbekend en volstrekt ondoorgrondelijk blijft.
Het universum van Klaas Gubbels (52 min.)
Bijna een halve eeuw geleden kocht filmmaker Jan Louter z’n eerste schilderij van Klaas Gubbels. In 1988 maakte hij een radiodocu over de Nederlandse kunstenaar, drie jaar later gevolgd door een televisie-item en in 20023 culminerend in de documentaire Stilleven van een Schilder. Ruim twintig jaar later is Louter nog altijd niet uitverteld over de inmiddels negentigjarige schilder, getuige Het universum van Klaas Gubbels (52 min.).
Intussen waren er gedurende de jaren ook andere documentairemakers te gast bij de aimabele en opmerkelijk vitale Gubbels, die wordt beschouwd als één van de grootste levende Nederlandse kunstenaars. Louter maakt gretig gebruik van hun werk en incorporeert treffende fragmenten in deze nieuwe film, die daardoor het karakter van een retrospectief krijgt. Van een man die overigens volledig in het heden leeft: hij blijft nog steeds dingen maken, benadrukt Gubbels, die voor hem nieuw zijn.
Klaas Gubbels heeft al zestig jaar z’n eigen atelier in een koetshuis nabij Arnhem. Daar gaat hij nog elke dag, tot vreugde van zijn echtgenote en hemzelf, aan het werk. Dat heeft maar één nadeel, vindt hij: binnen vijf minuten maakt hij er een ‘klerenzooi’ van. Tijdens de opnames van dit verzorgde portret werkt Gubbels in die werkruimte toe naar een overzichtstentoonstelling in Arnhem, de stad waarvan hij ereburger is. Schilderen is voor een ‘mierenneuker’ zoals hij overigens lang niet altijd leuk. Want als ’t niet lukt…
Dat werk ontroert z’n vriend, schrijver en documentairemaker Cherry Duyns. Die prijst de ‘ogenschijnlijke eenvoud’ ervan. Al die potten, kannen en tafels. Iets uit niets maken. Met veel meer detail dan menigeen in eerste instantie ziet. En dat blijft niet onopgemerkt. Want Gubbels mag de negentig dan bijna gepasseerd zijn, z’n werk wordt nog altijd op nieuwe plekken ontdekt. Zo meldt zich een Chinese galeriehoudster die het werk van de Nederlandse kunstenaar in Shanghai onder de aandacht wil brengen.
Alleen zijn stem, die z’n oorspronkelijke diepte heeft verloren, verraadt intussen dat Klaas Gubbels inmiddels tegen de tijd schildert. Alle reden dus om zijn werk te vieren. Met een expositie – ‘als ik zeg dat het kunst is, is het kunst’, staat er op de muur bij de tentoonstelling in Arnhem – en een film die zowel de man als de kunstenaar recht doet.