2Doc Makers van Morgen

The Anger of a Fading Tribe

VPRO

Said is een nomade van de Tuareg stam. In de documentaire 'The Anger of a Fading Tribe' vertelt hij het verhaal van zijn stam dat langzaam aan het verdwijnen is door de modernisatie in Marokko. In (West)-Europa beschouwen we Marokko vaak als land dat volop aan verandering onderhevig is. In deze korte documentaire zien we de schaduwkant van deze ontwikkelingen.

Hanke van der Lee

Trailer 'The Anger of a Fading Tribe'

Interview met filmmaker Sarah Vasen

Sarah Vasen

Nomadenstam aan het woord in ‘The Anger of a Fading Tribe’

2Doc sprak met filmmaker Sarah Vasen over haar film ‘The Anger of a Fading Tribe’. Hoe is de filmmaakster spontaan terecht gekomen in de Sahara?  En waarom besloot zij de stap te maken naar een film over een groep nomaden die getroffen wordt door maatregelen van de Marokkaanse overheid?

Vroeg begonnen

Zittend aan tafel, met een kopje Marokkaanse muntthee voor ons, vertelt Vasen dat ze al vroeg begon met het maken van films. Tijdens haar studie in Londen maakte ze een film waarmee ze een film & animatie prijs van de Kunstbende Zuid-Holland in de wacht sleepte in 2014. Door filmcursussen en vooral veel zelf op pad gaan, had ze het filmvirus al snel te pakken. Haar liefde voor het Midden-Oosten drijft haar om deze cultuur te ontdekken en op beeld vast te leggen. Sarah Vasen, nu 21 jaar, debuteert officieel met de film ‘The Anger of a Fading Tribe’.

Van avontuurlijke reis naar film

‘De eerste keer dat ik naar de Sahara ging wilde ik er even tussenuit. Ik deed twee studies waaronder filosofie en ik besloot om de hectiek te ontvluchten en andere culturen te ontdekken. Ik ontdekte de organisatie Workaway. Via Workaway kun je mensen in het buitenland helpen bij verschillende dingen in ruil voor onderdak en eten. De hulp kan variëren van het opvoeden van kinderen tot andere werkzaamheden. Op de site van deze organisatie zag ik dat er mensen nodig waren om een oud familiehuis te herbouwen in Marokko. Dat ben ik dus gaan doen en ik heb daar dagen bakstenen gemaakt om het huis van deze nomadenfamilie te herbouwen. Dat was aanvankelijk ook heel eng. Ik reisde vanuit Marrakesh en toen moest ik nog twaalf uur met een bus reizen in mijn eentje, in het donker met bijna alleen maar oudere mannen om mij heen. Op dat moment vroeg ik mij ook echt af wat ik aan het doen was. Ik wist dat iemand mij op zouden halen bij het busstation, maar ik was de naam van het busstation gewoon helemaal vergeten. Vervolgens kwam ik toch bij de juiste bushalte aan en stond de broer van Said mij op te wachten met zijn motor. Na het laatste motorritje, over alleen maar zand, was ik daar dan uiteindelijk. Ik had overigens ook een camera meegenomen, maar ik was mijn accu vergeten. Dit werkte, bleek later, in mijn voordeel omdat hierdoor ook de hele omgeving en de cultuur echt in mij op kon nemen in plaats van bezig te zijn met foto’s maken. Said, de zoon van het gezin, was heel bijzonder en hij wist voor zijn leeftijd al heel veel van het leven af. Met hem had ik een diepere band dan met de rest van de familie. Hij sprak heel filosofisch en wijs over het leven daar. Daarom besloot ik om na de Workaway reis terug te gaan en dit verhaal vast te leggen op beeld. Said en zijn familie zagen dit wel zitten. De kinderen vonden het leuk dat er gefilmd werd en Said zag dit filmen als een hulpmiddel, omdat hij geen toekomst meer ziet en dit als zijn kans ziet om de problemen die de stam ervaart uit te spreken.’

Interview gaat verder na afbeelding

Communicatiebarrière

Hoewel de familie heel positief was over het filmproject, kwam de communicatie daarentegen met de nodige uitdagingen, vertelt Vasen. ‘Said kon zich, als een van de weinigen uit de stam, redelijk uitdrukken in het Engels. Op basis daarvan deed ik de voorgesprekken, waarna ik uiteindelijk tijdens het daadwerkelijke filmen, Said zijn verhaal in het Arabisch liet doen. Dit betekende dat ik op het moment zelf niet wist wat Said zei. Dat vond ik ook wel lastig, omdat ik eigenlijk niet kon reageren op wat hij mij verteld. Dit vond ik dan ook confronterend toen ik thuis was en met een vriendin, die Marokkaanse is, het interview vertaalde. Ik wist op dat moment niet wat hij vertelde, terwijl hij mij recht in de ogen aankeek. Ik vond het moeilijk dat ik op dat moment niet met begrip op zijn emotionele verhaal heb kunnen reageren. Daarnaast vond die vriendin van mij het ook heel verrassend dat Said zich zo eerlijk tegen de overheid uit durft te spreken. Dit kan Said namelijk in de problemen brengen.’

Narratief van de film: west versus the rest?

Onder de inspiratiebronnen van de filmmaakster, valt ook het werk van filmmaker Renzo Martens. Martens maakte in Congo een film die veel ophef veroorzaakte. De filmmaker en kunstenaar liep daar rond met neonletters die ‘Enjoy poverty’ zeiden. Dit leverde een stormvloed aan kritiek op. Vasen vertelt: ‘veel mensen zeiden: ‘daar loop je dan als westerse arrogante man en roep je ‘Enjoy poverty’ Maar hiermee wil hij juist zeggen; ‘Zo is de westerse wereld en dit gebeurt altijd, maar nu zeggen jullie er ineens wat van. Dat vind ik super inspirerend en of dat nu ethisch goed is is maar de vraag’’. Zo blijkt dat het vastleggen van niet-westerse culturen als westerse filmmaker gepaard kan gaan met vele uitdagingen, omdat je daarbij kunt vervallen in oriëntalistische koloniale patronen uit de culturele antropologie. Dit zijn patronen waarbij de westerse cultuur als geciviliseerd en superieur wordt beschouwd en niet-westerse stammen worden weggezet als achtergesteld. ‘Mogelijk kan in mijn geval de titel van de film, ‘The Anger of a Fading Tribe’, de cultuur van de stam neerzetten als een minderwaardige cultuur die niet opgewassen is tegen de sterke cultuur van de westerse beschaving en de daarbij behorende modernisatietendens’. ‘Echter’, vindt Vasen: ‘ kan een titel die schuurt en iets oproept bij mensen ook juist goed zijn, omdat mensen dan gaan nadenken over hoe wij andere culturen weergeven.’ Alhoewel Martens aanpak als inspiratiebron in de titel van Vasen terugkomt, doet het narratief van de film weinig westers of koloniaal aan: ‘Ik heb vastgelegd wat Said voelt en wat hij zegt’. ‘Daarom ben ik zo dicht mogelijk bij het verhaal van de stam gebleven en was ik vooral een hulpmiddel om het verhaal van hen naar buiten te brengen. De filmmaakster vult aan: ‘Het enige wat ik kan doen is deze film maken en kijken waar het toe leidt’.

Toekomst

Vasen heeft een duidelijke visie van wat ze wil gaan doen en daarbij ontbreekt het aan enthousiasme voor mogelijke toekomstige films zeker niet. ‘Ik wil graag de master visuele antropologie gaan doen. Dan kan ik mijn antropologische onderzoek vertalen naar een beeld en een zo groot mogelijke doelgroep bereiken met dat verhaal.’ Ook geeft de filmmaakster aan te spelen met het idee om een film te maken in Iran. ‘Deze zomer ben ik naar Iran geweest en het was heel leuk om die hele andere cultuur te ontdekken. Daar heb ik een meisje ontmoet dat zich bezighoudt met de rol van de vrouw in Iran en ik had meteen een connectie met haar. Ik hoop hier misschien ook een film van te maken in de toekomst.’

Door: Hanke van der Lee

Meer films