3Doc

Ik deed aangifte tegen de minister van Onderwijs

VPRO

Hoe is het om gay te zijn op een (orthodox) religieuze school? Yora Rienstra spreekt de jongeren, hun ouders, de scholen en instanties.

Yora Rienstra spreekt met zelfspot en nieuwsgierigheid jongeren, hun ouders, scholen, en instanties die zich inzetten voor LHBTQIA+-ers. Wie zijn de jongeren voor wie de situatie soms zo hopeloos voelt dat bij hen depressies en zelfmoorden vaker voorkomen dan bij andere jongeren? Wat is ieders worsteling met dit thema? Welke voorlichting wordt gegeven en waar is nog werk aan de winkel? Want ook binnen de (orthodox) religieuze scholen is beweging te zien.

Regie: Duco Coops, Yora Rienstra

‘Ik kan me voorstellen dat sommige twintigers bij mijn film denken: flikker toch op met die genuanceerde houding van jou’

In gesprek met programmamaker Yora Rienstra

Tekst: Abel Vos

Ze ging er met een gestrekt been in. Na de beruchte opmerking van minister Arie Slob (CU), waarin hij zei dat homoseksualiteit door scholen mag worden afgekeurd zolang ze wel zorgen voor een veilig leerklimaat, besloot programmamaker Yora Rienstra (1981) meteen aangifte te doen. Maar helpt het de leerlingen in kwestie wel, zo’n fel statement? In haar film spreekt ze juist met die leerlingen. Ook ging ze in gesprek met hun ouders en schoolleiders van religieuze scholen.

Wat hoop je te bereiken met deze film?
‘We leven in een tijd waar we snel te kort door de bocht zijn. Het is zo makkelijk om iets op Twitter te plempen. Zo van: ik heb mijn stem laten horen, nu ga ik weer door. Het is een stuk lastiger om er dieper in te duiken, er energie in te stoppen en te proberen om verbinding te zoeken. Je kan wel iets roepen, maar hoe komt dat aan bij iemand die zowel religieus als gay is? Daar kwam ik na de aangifte die ik deed al vrij snel achter. Ik kreeg met mijn aangifte bijval uit zowel mijn eigen niet religieuze Amsterdamse bubbel als van oud-leerlingen van reformatorische scholen. Toch vroegen sommige oud-leerlingen om juist zelf een stem te krijgen. Ze horen vaak mensen zoals ik of politici vertellen over hoe het zou moeten. Zij wilden zelf ook graag aan het woord komen. Met deze film hoop ik juist een nieuwe generatie jongeren te bereiken die ook worstelen met identiteit en geloof. Hoe kom je dichterbij elkaar? Dat is mijn oproep bij deze film: verplaats je in een ander.’

Naast ex-leerlingen spreek je ook met de schoolleiding van verschillende scholen. Waren dat voor jou lastige gesprekken?
‘Ik heb erg geworsteld met de voorbereiding van deze gesprekken. Hoe voer je die? Hoe krijg ik de school zo ver dat ze naar de verhalen gaan luisteren van de leerlingen die ik sprak? Op dat moment was ik erg terughoudend. Okay, dacht ik, laat ze dat maar vinden. Prima, prima. Ik voelde me niet aangevallen. Hoewel sommige opmerkingen me wel overvielen, vond ik het juist boeiend om er niet proberen tussen te komen. Want dit is hoe zij denken. Dit is de realiteit van leerlingen die daar op school zitten.

Ik heb nachtenlang wakker gelegen met de vraag of de scholen wel mee wilden doen. Het belang van het voeren van een gesprek was voor mij groter dan fel in het gesprek stappen met de kans dat ze zouden afhaken. Dan heb ik een film die half af is. Ook zou ik dan niets hebben betekend voor leerlingen. Ik liet mijn eigen emotie uit de gesprekken en probeerde op die manier te kijken of het echt aankwam, wat we tegen elkaar zeiden.’

Tekst gaat verder onder afbeelding

Had je bij de gesprekken geen behoefte om jouw opvatting wél iets meer te tonen?
‘Ik kan me voorstellen dat sommige twintigers bij mijn film denken: flikker toch op met die genuanceerde houding van jou. Dat mag. Daar hebben coregisseur Duco Coops en ik bij dit maakproces ook veel gesprekken over gehad. Maken we een stellige film zoals bijvoorbeeld Tim Hofman dat doet in zijn programma BOOS, of verberg ik juist mijn boze blik? Ik hoop dat mijn aanpak meer inzichten geeft zónder dat je daarbij automatisch accepteert dat het er verkeerd aan toe kan gaan. 

Ik sprak voor de research van deze film met een hoogleraar over het teweegbrengen van verandering. Zij gaf aan dat beweging er juist komt door alle verschillende soorten actievoerders in de samenleving. De roepers, de genuanceerder en de anti’s. Alles heeft met elkaar te maken en heeft elkaar ook nodig. Ik had bijvoorbeeld ook mijn ‘activistische’ aangifte nodig om tot dit punt te komen.’

Ben je nog steeds van mening dat een verklaring van scholen waarin homoseksualiteit wordt afgekeurd verboden moet worden?
‘Stel: je verbiedt als overheid dat scholen zo’n verklaring hebben door de wet aan te passen. Daarmee wordt de maatschappelijke onrust misschien voorkomen. Maar wat verandert dat aan de gedachtegang over homoseksualiteit binnen scholen? Zou er dan elke dag handhaving moeten komen? Ik denk dat scholen zelf moeten gaan inzien dat hun standpunt voor jongeren niet haalbaar is.

Vergelijk het bijvoorbeeld met scholen in Frankrijk. Daar bestaan geen religieuze scholen. Maar als tachtig procent van de school een streng-religieuze achtergrond heeft, dan is de sfeer op een school daar hetzelfde als bij een religieuze school hier. De sfeer wordt bepaald door hoe leerlingen, ouders, leraren en het bestuur over homoseksualiteit denken.’

Ben je hoopvol over ontwikkelingen binnen religieuze scholen?
‘Bij het Gomarus College [waar bleek dat sommige leerlingen verplicht uit de kast moesten komen, red.] moet de inspectie te hulp schieten. Dan kan het niet anders, daar is geen excuus voor. Die school heb ik ook niet benaderd voor mijn film. De scholen in deze film zijn wel al wat meer met dit onderwerp bezig, op een positieve manier. Ik hoorde laatst dat er op een school waar ik had gefilmd inmiddels gesprekken zijn met oud-leerlingen uit de LHBTI-gemeenschap om te praten over dit onderwerp. Ik denk dat deze scholen wel het beste voorhebben met hun leerlingen. Hoewel dat voor mij kleine stapjes zijn, is het wel vooruitgang.’

Dit is je eerste documentaire. Volgen er meer?
‘Ik ben zo zenuwachtig om deze film aan het publiek te laten zien. Ik heb eerder tv-programma’s gemaakt, maar als filmmaker heb ik geen ervaring. Het was een mooi en intensief project. Ik ben er vanaf januari vrijwel dag en nacht mee bezig geweest. Ik zou nog wel een documentaire willen maken, maar het hangt er ook vanaf hoe deze film wordt ontvangen. Ik kan me goed voorstellen dat iedereen denkt: doei, we zitten echt niet op nog meer films van Yora te wachten.’