'Ik wil iets maken voor de slapelozen'
In gesprek met regisseur Hannah van Tassel
Tekst: 2Doc.nl
Hannah van Tassel (1992) heeft een aantal vrienden die worstelen met insomnia en dat geeft haar een machteloos gevoel. ‘Je wilt graag helpen, maar je kunt niks voor ze doen. Daarom kreeg ik een enorme behoefte om er op een andere manier mee aan de slag te gaan.’
Zo ontstond het idee voor haar derdejaars film En Nu de Nacht. ‘Ik wilde iets voor de slapelozen maken. Maar tijdens het draaien, begon ik me steeds meer af te vragen of ik wel degene was die dat kon, aangezien ik bijna de enige was van dat project die goed sliep. De crew ingesloten’, lacht ze.
Hoe breng je iets ongrijpbaars als slaap in beeld?
‘Ik ben eerst research gaan doen naar slaap en slaapproblemen, zodat ik beter zou begrijpen wat het nu echt is. Tijdens dat onderzoek leerde ik dat insomnia een Westers verschijnsel is en een probleem van de moderne maatschappij. Stress en – stress door – ons werk kunnen in de weg liggen van een goede nachtrust. Mensen zijn bang om hun wekker te missen en voelen ook druk om ‘fris’ op kantoor te verschijnen. Dit is één verklaring hoor, slapeloosheid is een heel persoonlijk probleem en heeft vele oorzaken.
Visueel gezien, was het echt een uitdaging. Slaap is natuurlijk onzichtbaar en mensen die niet slapen, doen niet veel. Dus hoe maak je daar iets visueel aantrekkelijks van? De cameraman en ik hebben veel gepraat over uit wat voor beelden de nacht bestaat. Heel intuïtief ontwikkelden we een beeldtaal.’
De film gaat voor mij niet echt over het hoe en wat van insomnia, maar meer over het karakter van de nacht. Klopt dat?
‘Ja. In de film wilde ik onderzoeken wat de nacht doet met mensen met insomnia. In de nacht zijn ze namelijk vaak alleen en dat maakt dat angstige en donkere gedachten gemakkelijker naar boven komen. Met de personages sprak ik daarom over de nacht en over slaap, meer dan over hun slaapproblemen. Om die reden hebben we gekozen voor de structuur van één nacht waarin al die gevoelens voorbijkomen. Die gevoelens heb ik verwoord via de voice-over.’
Het interview gaat verder onder de afbeeldingen