‘God schiep de zwarte en de witte, de duivel een metis.’ Met die uitspraak van de voormalig Belgische premier Joseph Pholien begint de eerste aflevering van Metissen van België. Onwettige wezens waren het. ‘Kinderen van de zonde’, verwekt door een witte vader bij een zwarte moeder. Een bedreiging voor de koloniale verhoudingen in het door België bezette Rwanda, Burundi en Congo.
Meer dan zestig jaar geleden haalde de Belgische regering deze kinderen weg bij hun moeders en plaatste hen in een internaten zoals die van Save, Rwanda.
Toen daar in 1962 de strijd om onafhankelijkheid begon, ontvoerden ze de kinderen voor een tweede keer. Naar België dit keer, waar ze ontworteld en getraumatiseerd in pleeggezinnen werden geplaatst. Veel van hen kregen een andere naam en geboortedatum. Hun oorsprong werd gewist.