De driedelige documentaireserie Putin and the West laat zien hoe Westerse leiders de afgelopen tien jaar hebben geworsteld met hun houding tegenover Vladimir Poetin. Gaandeweg zijn ze erachter gekomen dat een goede relatie er niet in zit. Hier kijken we wat verder terug. Meteen bij zijn aantreden liet Poetin namelijk al zien dat hij geweld niet schuwt, burgerdoden voor lief neemt en geen kritiek duldt.
Vladimir Poetin ziet het Westen als zijn grote tegenstander op het wereldtoneel. Andersom was dat lange tijd niet zo. Hoe veranderde de relatie in de ruim twee decennia dat Poetin aan de macht is? We gaan het na aan de hand van vijf ingrijpende gebeurtenissen.
1. President, met dank aan bomaanslagen
De wereld leerde Vladimir Poetin kennen als premier. Vanaf augustus 1999 was hij de rechterhand van president Boris Jeltsin. En al snel zijn tijdelijke opvolger, want Jeltsin had zo’n slechte gezondheid dat hij eind dat jaar aftrad.
In de eerste maand van Poetins premierschap waren er zware explosies bij vier flatgebouwen, wat de levens eiste van honderden nietsvermoedende burgers. Tsjetsjeense separatisten kregen onmiddellijk de schuld.
De Russen waren geschokt, en Poetin wist hun woede op Tsjetsjenië te richten. Hij begon een nietsontziende oorlog waarmee hij het afvallige gebied opnieuw onder Russisch gezag wilde brengen. Dat lukte: de hoofdstad Grozny, of eigenlijk de puinhopen daarvan, werd vijf maanden later ingenomen.
Verslagen van Human Rights Watch over wreedheden die de Russische troepen daarbij begingen, en de weigering van de autoriteiten om daar iets tegen te doen, doen denken aan berichten uit Oekraïens bezet gebied, ruim twintig jaar later.
Poetin had zichzelf hiermee gepositioneerd als krachtig leider. Het leverde hem een nipte overwinning op bij de presidentsverkiezingen in maart 2000.
Maar wie had de flatgebouwen opgeblazen? Bewijs voor Tsjetsjeense daders is nooit geleverd, en de autoriteiten dwarsboomden iedereen die onderzoek naar de toedracht wilde doen. Wat ze niet konden voorkomen, was berichtgeving over een op het nippertje verijdelde vijfde aanslag.
De daders bleken FSB-agenten. Het was een oefening, verklaarde het hoofd van de geheime dienst. Die explosieven waren heus niet echt.
De mysterieuze aanslagen en de wreedheden in Tsjetsjenië deden in het Westen wenkbrauwen fronsen, maar het veranderde de relatie met Rusland niet echt. Het land werd gezien als een aantrekkelijke handelspartner en een ontluikende democratie, waarmee een goede relatie moest worden opgebouwd.
2. De tentakels van de staat
Tot vlak voor het einde van de Sovjetunie waren alle bedrijven in bezit van de staat, maar onder Jeltsin was bijna alles in sneltreinvaart geprivatiseerd, meestal voor een appel en een ei, en vaak met inmenging van de georganiseerde misdaad.
Poetin werd president van een land waar een kleine groep machtige zakenmannen, oftewel oligarchen, buitengewoon veel invloed hadden. Hij wilde een eind aan hun onafhankelijkheid. Oligarchen die deden wat Poetin wilde, mochten hun bezittingen houden. Maar wie tegensputterde, zou het bezuren.
Michael Chodorkovski was de rijkste man van Rusland. Yukos, het oliebedrijf waar hij meerderheidsaandeelhouder van was, produceerde een vijfde van de olie in het land. Hij sprak Poetin openlijk tegen en financierde oppositiepartijen.
In oktober 2003 werd Chodorkovski opgepakt en twee jaar later veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf wegens verduistering en belastingontduiking. Zijn bedrijf werd opgebroken en op een schimmige manier verkocht, om later in staatshanden te komen.
Aandeelhouders van Yukos bleven met lege handen achter, want de restanten van het bedrijf werden in 2006 failliet verklaard. Ze spanden juridische procedures aan en kregen in 2020 uiteindelijk 50 miljard dollar schadevergoeding toegekend, die ze overigens nog altijd niet hebben gekregen. Het Haagse hof dat die uitspraak deed, bevestigde de lezing van een eerder arbitragehof dat het Rusland niet echt was gegaan om belastingheffing, maar om het uitschakelen van een rivaal van president Poetin en het in staatseigendom brengen van de olie-industrie.
Het was duidelijk dat Poetin het Russische rechtssysteem naar zijn hand had gezet en het inzette om zijn macht te vergroten. Het Westen maakte er geen groot punt van.
3. Polonium in de thee
Michael Chodorkovski kwam eind 2013 vrij en verliet onmiddellijk Rusland. Hij woont nu in Londen en bekritiseert nog altijd het regime van Poetin. Dat is niet zonder gevaar. Critici van het Kremlin plegen regelmatig onder verdachte omstandigheden ‘zelfmoord’ of worden openlijk vermoord, zowel binnen Rusland (zoals journalist Anna Politkovskaya en oppositieleider Boris Nemtsov, en recent nog anderen) als daarbuiten (bijvoorbeeld Nicolai Glusjkov en Pavel Antov).
Meestal kan het Kremlin gewoon ontkennen iets met de dood van deze mensen te maken te hebben, maar het lukt niet altijd.
In 2006 werd Alexandr Litvinenko in Londen ziek. Hij was agent van de FSB geweest, maar zes jaar eerder uit Moskou gevlucht. Litvinenko uitte vervolgens niet alleen veel kritiek op Poetin, maar verschafte de Britse geheime dienst ook nog veel informatie over de banden tussen de Russische maffia en het overheidsapparaat – Poetin werkte als loco-burgemeester van St. Petersburg al nauw met de maffia samen en was dat blijven doen.
Litvinenko’s ziekte bleek te wijten aan de stof polonium-210, een radioactief element dat niet van nature op aarde voorkomt. Hij was niet meer te redden, maar kon vanaf zijn ziekbed nog wel helpen de toedracht van de moord op te helderen. FSB-agenten hadden de dodelijke stof in een theepot gedaan, waaruit Litvinenko vervolgens had gedronken. De daders waren terug in Rusland, dat weigerde ze uit te leveren.
De Britse regering moest hier wel op reageren. Vier Russische diplomaten werden uitgewezen, de samenwerking met Rusland werd nog eens grondig bekeken, Europese partners werd gevraagd hetzelfde te doen. Maar de reactie daarop was lauw, en de Britten wilden zelf ook hun betrekkingen met Poetins Rusland niet echt op het spel zetten.
Pas in maart 2018, toen voormalig Russisch spion Sergei en Julia Skripal op Britse bodem werden vergiftigd met een in Russische laboratoria ontwikkeld zenuwgif, namen de Europese en Amerikaanse regeringen steviger maatregelen, zie je in aflevering 3 van Putin and the West. Ze zetten veel Russische diplomaten, of spionnen die onder die dekmantel werkten, hun landen uit. Moskou deed hetzelfde met Westerse diplomaten.
4. Vlucht MH17
Dat het Westen die maatregelen in 2018 wel nam, had ook te maken met wat er vier jaar eerder was gebeurd in Oekraïne. Nadat Russische pogingen het land af te houden van een associatieverdrag met de Europese Unie waren mislukt, was Poetin tot militaire actie overgegaan.
‘Groene mannetjes’, militairen zonder herkenningstekens, hadden de Krim bezet, separatisten in Donetsk en Loehansk hadden plotseling de beschikking over zware wapens en veroverden daarmee een groot deel van deze oost-Oekraïense provincies.
Poetin bleef hardnekkig ontkennen er iets mee te maken te hebben. Ook toen op 17 juli 2014 een passagiersvliegtuig van Malaysia Airlines op tien kilometer hoogte werd getroffen door een Boek-raket. Alle 298 inzittenden, waaronder 193 Nederlanders, kwamen om.
De raket kwam uit een Russisch wapen en werd afgevuurd vanaf een plek die onder controle van het Russische leger stond. Poetin had persoonlijk getekend voor levering van het raketsysteem.
Het neerhalen van vlucht MH17 vormde een keerpunt in de houding van het Westen. Dat is mede te danken aan Frans Timmermans, destijds de Nederlandse minister van Buitenlandse zaken. Hij hield een emotionele speech in een spoedvergadering van de Verenigde Naties, zie je in deel 1 van Putin and the West. De EU, die al een tijdje over maatregelen aan het bakkeleien was, nam toen snel een pakket economische sancties aan en zette personen en instellingen op een zwarte lijst.
Toch ging de handel met Rusland grotendeels door. Met name de import van aardgas, iets waarvan de Europese landen ondanks zorgen over de Russische koers steeds afhankelijker waren geworden.
5. 'Speciale militaire operatie'
Het Westen nam pas echt forse maatregelen nadat het Russische leger op 24 februari 2022 van alle kanten Oekraïne binnen was getrokken. De ‘speciale militaire operatie’, die ook de Russische militairen zelf verraste, verliep totaal niet zoals Poetin had verwacht. En dat gold waarschijnlijk ook voor de Westerse reactie.
De afhankelijkheid van Russische gaspijpleidingen werd razendsnel afgebouwd. Zware economische en financiële sanctiepakketten volgden elkaar snel op. Wapenleveranties aan Oekraïne kwamen op gang, met steeds zwaardere en modernere wapens.
De heimelijke oorlog die Rusland onder Poetin tegen het Westen had gevoerd – veel uitingen daarvan, zoals cyberoorlog en desinformatiecampagnes, hebben we in dit stuk niet genoemd - wordt steeds openlijker uitgevochten. Maar een directe militaire confrontatie willen alle partijen vooralsnog vermijden.
Poetin is inmiddels ruim 22 jaar aan de macht en is al die tijd niet echt veranderd. De blik waarmee het Westen hem en zijn land bekijkt is dat wel.