Het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum Amsterdam wijden dit voorjaar samen een grote tentoonstelling aan de gevierde Duitse kunstenaar Anselm Kiefer: ‘Sag mir wo die Blumen sind’.

NPO Doc sprak met hoofdcurators Leontine Coelewij (Stedelijk Museum) en Edwin Becker (Van Gogh Museum) over het werk van Kiefer, de invloed van Vincent van Gogh en de documentaire ‘Anselm’ (NTR) van Wim Wenders.

Ze zijn al jarenlang buren, maar het is voor het eerst in hun geschiedenis dat de twee musea de handen ineenslaan. Dat juist Anselm Kiefer als uitverkoren hoofdpersoon dient, is eigenlijk best logisch: hij heeft een speciale band met het werk van Van Gogh én het Stedelijk Museum Amsterdam, dat een belangrijke rol in zijn carrière heeft gespeeld.

Over Kiefers werk en leven zijn meerdere documentaires gemaakt. De meest recente, Anselm (2023), is geregisseerd door zijn vriend en generatiegenoot Wim Wenders (Paris, Texas, Der Himmel über Berlin, Pina). Een dromerig, impressionistisch 3D-portret waarin we de kunstenaar aan het werk zien in zijn gigantische atelier in het Franse Croissy. Belangrijke episodes uit leven van Kiefer laat Wenders naspelen door zijn eigen neef Anton en Kiefers zoon Daniel.

Edwin Becker, hoofdcurator bij het Van Gogh Museum, zag de film twee keer: in 3D en op DVD. ‘Ik moet eerlijk zeggen: ik zie heel veel slechte kunstenaarsfilms. Maar Anselm is echt een heel geraffineerd portret, dat laat zien hoe poëtisch en historisch relevant zijn werk is.’  

‘Het dient als een perfect opstapje voor de tentoonstelling,’ vertelt een opgetogen Leontine Coelewij, die als hoofdcurator van het Stedelijk Museum Amsterdam verantwoordelijk is voor het tweede gedeelte van de expositie. ‘Je treedt binnen in zijn bijzondere wereld.’

Een van de belangrijkste kunstenaars van onze tijd

Anselm Kiefer (1945) werd geboren in Donaueschingen, tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog. Hij groeide op tussen de ruïnes van Nazi-Duitsland. Als een van de eerste kunstenaars nam hij eind jaren zestig de beladen Duitse cultuur en mythologie weer onder de loep, waarmee hij veel kritiek oogstte in zijn vaderland. Kiefer wilde het zwijgen over het fascisme doorbreken, maar daar was Duitsland nog niet klaar voor. 

Still uit 'Anselm'

In zijn werk onderzoekt hij de zin van het menselijk bestaan en de cyclische aard van geschiedenis. Zijn kunst is geïnspireerd door literatuur, poëzie, filosofie, wetenschap, mythologie en religie en bevat talloze verwijzingen naar historische gebeurtenissen en wetenschappelijke theorieën.

Volgens Leontine Coelewij zijn er meer dan genoeg redenen om Anselm Kiefer als een van de belangrijkste kunstenaars van onze tijd te zien. ‘Allereerst vanwege zijn beladen, historische schilderkunst. Met onderwerpen die soms heel moeilijk te verteren zijn, maar waar we wel mee moeten dealen. Hij vertaalt historische gebeurtenissen naar grotere thema’s over het leven, de dood en ons mens-zijn. Dat ervaar je echt als je voor zijn werk staat.’

Drie werken die in de tentoonstelling te zien zijn: 'Sichelschnitt' (2019), 'Beilzeit - Wolfzeit' (2019), 'Die Sieben Schalen des Zorns' (2019-2020)

Ook in zijn materiaalgebruik is hij volgens de curator van het Stedelijk uniek. ‘Hij is een schilder, maar werkt ook met bijvoorbeeld zand, gedroogde bloemen, stof en lood. Allemaal materialen die een betekenis hebben, en die hij als een soort alchemist te lijf gaat. Hij is een meester in die allesomvattendheid.’

Becker vult aan: ‘Er zit iets in zijn werk wat je doet ontstijgen boven het banale wereldse. Je kunt het niet benoemen, maar je voelt het wel. In de documentaire heeft hij het op een gegeven moment over ‘mahlen zwischen Himmel und Erde’ [schilderen tussen hemel een aarde], als een soort bemiddelaar tussen het goddelijke en aardse.’

De blijvende invloed van Vincent van Gogh

Het eerste gedeelte van de tentoonstelling vindt plaats in het Van Gogh Museum en toont de blijvende invloed van Vincent van Gogh op het werk van Kiefer. Al op jonge leeftijd raakt Kiefer in de ban van diens werk. Het zijn vooral zijn vernieuwende composities en verfgebruik die hem aantrekken. Becker: ‘Kijk maar eens naar Kiefers landschappen. Die hebben, net als bij Van Gogh, een heel hoge horizon, waardoor je er als toeschouwer helemaal in wordt gezogen.’

Anselm Kiefer, 'De sterrennacht' (2019)

In de Wenders-documentaire zien we beelden van een jonge Kiefer, die in 1963 als 18-jarige gymnasiast een reisbeurs wint. In een zwart-witreportage van een lokale omroep krijgt hij de prijs aangereikt van het schoolhoofd. Met die beurs op zak maakt de kunstenaar een reis in de voetsporen van Van Gogh. Een tour de Vincent. Via Nederland, België en Parijs naar Arles.

De jonge Kiefer houdt een reisdagboek bij en maakt talloze schetsen en tekeningen, die in het eerste deel van de tentoonstelling te zien zijn. Ook in Amsterdam bestudeert hij het werk van zijn idool. Becker: ‘Het Van Gogh Museum is pas tien jaar na Kiefers bezoek opgericht, dus hij heeft die schilderijen destijds in het Stedelijk gezien. Dat is ook wel een mooie link tussen onze musea.’

Vlnr.: Edwin Becker en Emilie Gordenker (resp. conservator en directeur Van Gogh Museum), Anselm Kiefer, Rein Wolfs en Leontine Coelewij (resp. directeur en conservator Stedelijk Museum Amsterdam)

Van Gogh en zijn werk zijn gedurende Kiefers hele carrière een belangrijke inspiratiebron gebleven. Dat is ook te zien in een aantal recente werken, zoals De Sterrennacht (2019), letterlijk verwijzend naar het beroemde werk van Van Gogh. Een kolossaal doek met olieverf, stro, metaal en bladgoud dat maar net tussen vloer en plafond van de museumzaal past. ‘Dat is bijna een soort wandschildering,’ vertelt Becker, ‘zoals veel van zijn werken zit het helemaal in de architectuur ingebed.’

Kunstwerken met een monumentale omvang

Dat kolossale geldt voor het gros van Kiefers oeuvre. Zijn werken zijn soms wel tien meter breed en wegen honderden kilo’s. In Anselm is te zien hoe hij zich fietsend en per hoogwerker door zijn reusachtige atelier verplaatst.

Anselm Kiefer, 'Sag mir wo die Blumen sind' (2024)

Het meest monumentale onderdeel van deze tentoonstelling is het titelwerk: Sag mir wo die Blumen sind, een immense schilderkunstige installatie die de gehele omloop van de historische trap in het Stedelijk Museum vult. Menselijke figuren steken af tegen een goudkleurige achtergrond en met verf en klei bedekte uniformen plakken aan het oppervlak. Op de vloer liggen gedroogde rozenblaadjes, die voor Kiefer symbool staan voor de verbinding tussen hemel en aarde en de cyclus van leven en dood.

In Nederland werd Kiefer als eerst op waarde geschat

Met dat titelwerk trapt het tweede gedeelte van de tentoonstelling af, die de bovenste verdieping van het Stedelijk Museum beslaat. Hier ligt de nadruk op Kiefers sterke band met Nederland, en in het bijzonder met het museum zelf. ‘Zijn werk werd hier al in een vrij vroeg stadium opgepikt,’ vertelt Coelewij. ‘Kort na zijn eerste Nederlandse tentoonstellingen in het Goethe-instituut in Amsterdam en het Van Abbemuseum in Eindhoven, werd voor het Stedelijk werk van Kiefer aangekocht door directeur Edy de Wilde.’

Een vroege aankoop van het Stedelijk is bijvoorbeeld het werk Innenraum. Een schilderij van de afgebrokkelde spiegelzaal in de Nieuwe Rijkskanselarij (1939), ontworpen door nazi-architect Albert Speer. Dit imposante en duistere werk is vandaag de dag een publieksfavoriet uit de museumcollectie en te zien in de nieuwe expositie.

Anselm Kiefer, 'Innenraum' (1981)

In Duitsland werd zijn werk op dat moment minder enthousiast ontvangen. Daar riepen zijn performances en schilderijen uit de jaren zeventig en tachtig heftige reacties op. Sommige werken waren ronduit provocatief. Er werd bijvoorbeeld veel aanstoot genomen aan zijn performancereeks genaamd Besetzungen (1969). Daarvoor trok hij het Wehrmacht-uniform van zijn vader aan en reisde hij naar historisch beladen plekken om er de (in Duitsland verboden) Hitlergroet te brengen. Niet uit politieke overtuiging, maar juist om de stilte rondom de recente Duitse geschiedenis te doorbreken.

In Nederland bestond eind jaren zeventig dus meer begrip voor zijn werk. Coelewij: ‘Het was natuurlijk anders dan in 1966, toen Beatrix met Klaus trouwde. Die randjes waren er wel vanaf. Zo’n performance als Bezetsungen lag hier waarschijnlijk ook nog gevoelig, maar in een werk als Innenraum was veel interesse. Je ziet daar wel de plek, maar niet de handeling. Het is de architectuur die enorm beladen is.’

Anselm Kiefer, 'Märkischer Sand' (1982)

Dat geldt ook voor Kiefers landschappen, waarvan Märkischer Sand in 1982 door directeur De Wilde werd aangekondigd. Becker: ‘Die landschappen zijn ‘schuldig’, net als in de werken van Armando. In de documentaire zegt Kiefer dat mooi: ‘’Je kunt een landschap niet meer normaal schilderen als er pantserwagens doorheen hebben gereden.’’ Ze dragen een geschiedenis met zich mee.’

Toch had het vroege succes van Kiefer in Nederland volgens Coelewij niet uitsluitend met zijn taboedoorbrekende visie te maken. ‘Begin jaren tachtig was er, na een periode van heel veel minimal art, behoefte aan iets nieuws in de kunstwereld. De verhalende inhoud van Kiefer werd echt omarmd. Die had inhoud, die gíng ergens over. Kiefer is natuurlijk bij uitstek een verhalenverteller.’

Niet op de actualiteit ingeboet

Uit zijn werk en de Wenders-documentaire blijkt dat Kiefer nog altijd niet op de actualiteit heeft ingeboet. Coelewij: ‘Dat zie je al aan een werk als Sag mir wo die Blumen sind, dat geïnspireerd is op een lied van Pete Seeger en beroemd is geworden door de uitvoering van Marlene Dietrich. Het is een echt anti-oorlogslied, een aanklacht tegen de zinloosheid ervan. Het blijven memoreren, dat is heel belangrijk voor Kiefer.’

Still uit 'Anselm'

Of we de huidige politieke ontwikkelingen in Kiefers geboorteland in zijn werk moeten lezen, dat blijft nog even de vraag. Becker: ‘Ik denk dat je als kunstenaar altijd een zekere afstand tot de actualiteit wil hebben. Je wil er iets universeels van maken, dat iedereen raakt. Dat is in mijn optiek de essentie van een goede kunstenaar.’